Zelfbewust Afrika loopt niet aan leiband Westen
Vanuit het zuiden, aan de andere kant van de Middellandse Zee, ziet Europa er anders uit. Dat zien Europeanen zelf niet, gewend als ze zijn aan de vele wereldkaarten waar een te lage equator het noordelijk halfrond nog steeds uitvergroot ten opzichte van het zuidelijke. En omdat Europa altijd midden in de projectie staat, lijkt het letterlijk het middelpunt van alles. Door die kaarten bevestigen Europeanen telkens maar weer hun mentale wereldbeeld. Het draait om hen.
De oorlog in Oekraïne heeft, zo wordt alom gezegd, van Europa meer Europa gemaakt, een daadkrachtige eenheid. De steun van de Europese bevolking voor Oekraïne is onverminderd groot, politici zijn nog nooit zo eensgezind geweest. Maar tegelijkertijd is er ook iets wezenlijks verloren gegaan. Daarop doelde president Macron tijdens de Veiligheidsconferentie in München vorige maand, toen hij zei hoe getroffen hij was door het feit dat we het vertrouwen van het zogenoemde globale zuiden hebben verloren.
Dergelijke uitspraken kunnen een misplaatste vorm van superioriteit verhullen. Wat onverstandig toch dat ‘ze’ ons niet vertrouwen…! De aanname is dat als Europa zijn best doet, het wel weer goed komt. Maar dat is helemaal de vraag. Macrons oproep om gezamenlijk de ‘neokoloniale en imperialistische’ aanval van Poetin te veroordelen klinkt al gauw hypocriet in de Afrikaanse context.
Afrikaanse landen zijn steeds zelfbewuster in hun oordeel en lopen niet aan de leiband van de westerse verontwaardiging over Rusland. Men is het erover eens dat een land binnenvallen de internationale orde doorbreekt. Maar dan wordt er onmiddellijk gewezen naar de invasie in Irak. Even fout. Over neokolonialisme moet Europa zijn mond houden. Mogelijk is het voorzichtig smeden van nieuwe coalities in de context van de VN ooit een optie, mits op basis van gelijkwaardigheid.
Maar voorlopig is de perceptie in Afrika anders. Het Westen speelt een ‘gevaarlijk spel’, gedomineerd door de VS. De Afrikaanse houding tegenover Rusland is niet overwegend negatief. Tegenover indirect gewapend ingrijpen door Rusland in fragiele staten in West-Afrika, staat bijvoorbeeld de nauwe samenwerking met Zuid-Afrika, onlangs bezegeld door het bezoek van de Russische minister van Buitenlandse Zaken, Sergej Lavrov, aan het land.
Vele Europeanen hebben de veranderde Afrikaanse dynamiek nauwelijks opgemerkt. Westerse hulp, militair of humanitair, boet in aan belang of wordt ronduit afgewezen. Educatieve samenwerking wordt puur op haar merites beoordeeld. China biedt Afrikaanse studenten meer beurzen dan alle westerse landen samen. Het meeste geld uit westerse beurzen gaat naar studieplaatsen aan de eigen universiteiten, niet naar het versterken van Afrikaanse universiteiten. Oninteressant dus.
In Afrika is het ook niet meer vanzelfsprekend dat er een impliciete geopolitieke hiërarchie bestaat met de witte rijke landen aan de top en zwarte Afrikaanse naties onderaan. Met bijna 1,5 miljard mensen (en 4 miljard aan het einde van deze eeuw) en meer dan een kwart van de lidstaten van de VN vindt men dat het tijd wordt voor een Afrikaanse zetel in de Veiligheidsraad, ook al vertegenwoordigt het continent nu slechts 1 procent van het wereldwijde vermogen.
Al met al moet Europa constateren dat het op geopolitiek en moreel gebied niet meer gezien wordt als een leider. De oorlog in Oekraïne is niet een Afrikaanse oorlog, maar een Amerikaanse en een Europese. Daar kun je het mee oneens zijn, maar het is wel de Afrikaanse realiteit. Als het om Oekraïne gaat, zijn we Europeanen die zich bedreigd voelen aan de grenzen van ons continent. Maar we zijn ook wereldburgers die buren zijn van Afrika.