MENU

Verontwaardiging om Qatar is opportunistisch

Iedere dode is er een te veel. En zesduizend of meer, dat is verschrikkelijk, om te zwijgen van de arbeidsomstandigheden. Dat zijn de argumenten van degenen die tegen enige Nederlandse officiële aanwezigheid bij het WK voetbal in Qatar zijn. Het is ook, vrij vertaald, de titel van het recentste rapport van de International Labour Organization(ILO) over de situatie van arbeidgerelateerde ongevallen in Qatar. Het rapport laat zien hoe ingewikkeld dergelijke statistieken zijn. In hoeverre zijn verkeersongevallen direct gerelateerd aan het werk en moeten ze meegenomen worden in wat onmenselijke omstandigheden worden genoemd? Wat is de invloed geweest van het deels stilleggen van de bouw tijdens Covid-19? De belangrijkste conclusie van de ILO betreft echter de verbetering die is opgetreden sinds de westerse pers voor het eerst gewag maakte van de omstandigheden in de bouw. Het suggereert dat internationale aandacht een condicio sine qua nonis voor verandering.

De opwinding over het WK in Qatar gaat natuurlijk over veel meer dan voetbal of het aantal slachtoffers bij de bouw van stadions en infrastructuur. En ook over meer dan de energetische voetafdruk die gepaard gaat met de bouw, het vervoer en verblijf (geïmporteerd voedsel, flesjes water!) van zoveel mensen, waarover je, nu het evenement nadert, nauwelijks iets hoort. De recente, verbijsterende uitspraken van autoriteiten over homoseksualiteit als geestesziekte en vrouwen als al of niet verpakte zuurtjes bevestigen de diepe verontwaardiging van velen dat hier ‘niemand’ heen moet (niemand behalve dan het elftal en de supporters) en dat die landen niet deugen. Het steunen van de publiciteitscampagne van een bedenkelijk regime is onacceptabel.

Deze verontwaardiging, hoe terecht ervaren ook, getuigt ook van enige opportunistische naïviteit. De bezwaren tegen Qatar ontstaan pas nu, ad hoc. Was er geen voetbal geweest, dan had niemand gepiept.

Natuurlijk grijpt ieder land een toernooi aan voor zelfpromotie. Natuurlijk speelt geopolitiek een rol. Het is allereerst een politiek gebaar geweest om het WK toe te kennen aan een Arabisch land. Je kunt tegen deze keuze zijn, maar daarmee ontken je de geopolitieke realiteit van veranderende machtsverhoudingen. Het zwaartepunt van de wereld ligt steeds meer buiten Europa. De Golf als regio vormt een scharnier tussen oost en west en zuid. Zou je de Arabische wereld buitensluiten van dergelijke kampioenschappen dan is dat ook een waardeoordeel. Die opvatting is te huldigen, maar niet hanteerbaar omdat alle Golfstaten nu eenmaal lid zijn van de VN.

Voetbal mag dan oorlog zijn, het is ook beleid en diplomatie, onderdeel van de formele en informele verhoudingen tussen landen. Landen die steeds meer wederzijds afhankelijk zijn in een web van relaties dat nauwelijks te ontwarren valt. Om Henry Kissinger te parafraseren: het gaat om de kunst van het mogelijke. Dat is in feite wat de KNVB en de regering doen: hameren op sociale verantwoordelijkheid en hopen dat er uiteindelijk een goede invloed van uitgaat.

Er is geen zuivere opstelling op de korte termijn. Iedere positie heeft zijn morele complicaties. Het isoleren van landen (Iran, Noord-Korea) heeft weinig opgeleverd. Ik ben van de school van het openhouden van de dialoog. Empathie tonen en tegelijk niet met meel in de mond spreken. Het instrument van de diplomaat is de taal, die me liever is dan het vingertje van de dominee of de gemakzucht van de koopman.

De perversiteit van onze tijd is echter dat veel waar mensen aan hechten tot stand komt met behulp van arbeid en grondstoffen en onder regimes waar grote ethische vragen aan kleven. Dat onder ogen zien vraagt meer dan verontwaardiging over een WK.