MENU

Slavernij: erkenning is pas het begin

Over het tot slaaf maken van mensen kan nooit genoeg worden gezegd. Niemand van de huidige bewoners in het rijke Westen kan zich zelfs bij benadering voorstellen wat die totale willekeur betekende – niet kunnen kiezen waar je woont, met wie je trouwt, wat je eet. In de erbarmelijkste omstandigheden werken, vrezen voor mishandeling en je leven. Iedere tot slaaf gemaakte liet ook een familie, een dorp, een stam achter zich. Het verliezen van verwanten en geliefden aan slavenhandelaren, nooit te weten hoe het hun is vergaan – het moet onverdraaglijk zijn geweest.

Afrika kende vier eeuwen en vier golven van slavenhandel, met als grootste de trans-Atlantische handel naar de door Europese landen ingenomen gebieden op het westelijk halfrond. Andere handel vanuit Sub-Sahara-Afrika betrof vooral Azië en Noord-Afrika. Hele gemeenschappen verloren hun jonge en creatieve krachten, gebieden werden verlaten, sociale structuren vernietigd. Handelaren, veelal van andere stammen, kwamen aan slaven door oorlog, ontvoering of verkoop van mensen. Aangezien de vraag groeide met de koloniale expansie namen speciale expedities om slachtoffers buit te maken toe. Een overzicht van de vele gevolgen geeft de historisch-econoom Nathan Nunn van Harvard. Men schat dat de Afrikaanse bevolking in 1800 de helft was van wat ze had kunnen zijn zonder slavenhandel. Deze demografische daling had dramatische gevolgen voor voedselproductie, die nog werden verergerd door de voortdurende onveiligheid.

Cruciaal voor de huidige internationale betrekkingen is de vraag of de slavenhandel direct verantwoordelijk kan worden gehouden voor de achterstand van Afrika. Werkt de toenmalige demografische en psychologische ontwrichting nog steeds door? Een sterke aanwijzing daarvoor is, volgens Nunn, het feit dat de gebieden waar de meeste slaven vandaan kwamen tegenwoordig de grootste achterstand kennen. Een studie suggereert zelfs dat 99 procent van de huidige inkomensverschillen tussen Afrikaanse en andere landen in de wereld niet zou bestaan als er geen slavenhandel was geweest.

Bovendien heeft die handel ook geleid tot grotere etnische versnippering en ondermijning van sociaal-politieke netwerken. Er zou een correlatie zijn tussen gebieden met de meeste slavenhandel en die waar de huidige etnische conflicten het sterkst zijn. Het onderlinge wantrouwen dat gedurende eeuwen van slavenhandel ontstond zou tot vandaag de dag doorwerken.

Ook hier is erkenning van de verschillen tussen landen en bevolkingsgroepen op zijn plaats, hoewel er nog te weinig historisch onderzoek is. Buiten Afrika bestaan wel enigszins gedocumenteerde voorbeelden van de economische gevolgen van het verdrijven of deporteren van bevolkingsgroepen. Denk aan de Sefardische Joden uit het Iberisch schiereiland, de deportaties van etnische minderheden onder Stalin of de moord op Armeniërs in het Ottomaanse rijk.

Uiteindelijk moet slavernij dus in drievoud worden bekeken. Dat wil zeggen: de betekenis voor de tot slaaf gemaakten, de effecten op de gebieden waar zij terechtkwamen, zoals Suriname, de VS, het Caribisch gebied, en tot slot de gevolgen voor de oorsprongsgebieden.

Valt er bijvoorbeeld voor Afrika iets goed te maken, in de wetenschap dat slavenhandel geen westerse uitvinding was, maar dat de koloniale economie deze enorm heeft gestimuleerd? De ontwikkelingshulp die door westerse landen is gegeven aan Afrika is volledig onvoldoende geweest om de desastreuze gevolgen van de trans-Atlantische slavenhandel te compenseren (en was daar natuurlijk ook niet voor bedoeld).

Slavernij zet de discussie over de ontwikkeling van Afrika op scherp. Het past landen buiten Europa en de Europese kolonies die hebben geprofiteerd van de handel om ook daaraan deel te nemen. Erkenning is het begin.