MENU

Ondertussen, in Aleppo

And now for something completely different! – dat was de onvergetelijke manier waarop Monty Python’s Flying Circus in iedere uitzending de overgang van het ene naar het andere onderwerp aankondigde. Terwijl u amechtig langs de voorlopige en bijna definitieve verkiezingsuitslagen, analyses en interpretaties, spindoctoren en oud-politici zapt, en teleurgesteld of euforisch op de bank zit, denk ik aan Aleppo.

Aleppo, omdat je van veraf soms datgene ziet wat je van dichtbij ontgaat. Aleppo dus, nu het toneel van een verwarrende strijd tussen opstandelingen en regering, waar sommige wijken in puin geschoten zijn en in andere het leven tegelijkertijd doorgaat alsof er niets aan de hand is. Het is een situatie die al aanzienlijk langer standhoudt dan waarnemers hadden voorspeld. Wij kunnen ons een dergelijke bijna schizofrene ontwrichting alleen voorstellen als je denkt aan een versnipperde stad waar de wijken geen verbindingen meer met elkaar hebben. Denk aan een Amsterdam waar gevochten wordt in Bos en Lommer en de Watergraafsmeer inclusief het Amstelstation in puin is geschoten, terwijl de inwoners van de Amsterdamse grachtengordel rustig hun boodschappen blijven doen en naar het Muziektheater gaan.

Aleppo staat ook voor internationale apathie en machteloosheid, de patstelling in de Veiligheidsraad. Rusland en China voelen niets voor interventie en zullen ongetwijfeld een veto uitspreken, als het al zover zou komen. Maar het Westen, inclusief de NAVO, staat niet te trappelen. Syrië is geen relatief overzichtelijk Libië, François Hollande is geen Sarkozy en Obama is terecht volledig geobsedeerd door zijn herverkiezing.

De enige onveranderlijke factor is de activistische filosoof Bernard-Henri Lévy, die een maand geleden in Le Monde een oproep deed onder de titel ‘Vliegtuigen voor Aleppo’. Het principe van de VN, de verantwoordelijkheid om te beschermen (the responsibility to protect), laat geen andere keuze dan interventie door het Westen, ook al is er geen mandaat van de Veiligheidsraad. De Syrische oppositie vraagt erom, Assad is al geïsoleerd, de mogelijkheden tot vreedzame onderhandelingen zijn uitgeput en de schade en slachtoffers zullen minder zijn dan als we niet ingrijpen – aldus een pragmatische BHL. Aleppo is Benghazi.

Een vergelijking met Kosovo, verwijzend naar een rechtvaardige, zij het niet juridisch geschraagde actie, is niet van toepassing. De wereld is sindsdien te veel veranderd. Als we iets geleerd hebben uit interventies in de regio en de Arabische Lente, dan is het toch wel dat het gaat om complexe regionale machtsverhoudingen, waar het Westen geen kaas van gegeten heeft. Wat de uiteindelijke winst- en verliesrekening is van de interventie in Libië, om te zwijgen over Irak en Afghanistan, weet niemand nog. Dat het Westen nu zijn hoop vestigt op Turkije en zelfs Iran om tot een regionale oplossing te komen van het Syrische conflict, geeft veel te denken, net als het doodzwijgen hiervan door politici hier.

Aleppo staat ook nog voor de veel langere lijnen van verandering en continuïteit in de geschiedenis. Aleppo is een van de oudste continu bewoonde steden ter wereld. Sinds het begin van de landbouw werd graan van de valleien van de Tigris en de Eufraat geruild tegen vruchten en hout uit Turkije. Het ligt aan het einde van een van de takken van de Zijderoute, waar ook tot de dag van vandaag de gelovigen uit Oezbekistan tijdens de hadj, op weg naar Mekka, hun tapijten verkopen om de reis te bekostigen. In de vijftiende eeuw was Aleppo met tegen de honderdduizend inwoners niet veel kleiner dan Parijs of Londen. Voor schade aan de Citadel (een plek die al vijf millennia in gebruik is) wordt gevreesd, net als bij vele eerdere invasies. Sommige steden blijven, ondanks oorlogen en verwoestingen, eeuwig bestaan.

Maar het gaat me niet om de tragiek van het hedendaagse Aleppo of zijn roemruchte geschiedenis. Wat Aleppo ons leert, is een gevoel van bescheidenheid over wie wij zijn en een perspectief op de huidige tijd. Van een afstand zie je een veilig Nederland met zeer beperkte inkomensverschillen, met geweldige economische kansen. Een land waar zo veel zo goed gaat, en al zo lang, dat de bevoorrechte bewoners het zich permitteren om steeds meer geobsedeerd te raken door relatief kleine en zonder meer oplosbare problemen. Een land waar politici vervallen in het narcisme van de minuscule onderlinge verschillen in plaats van stil te staan bij de toekomst op de langere termijn. Een land dat internationaal zijn politieke geloofwaardigheid aan het verliezen is, dat ligt aan de rand van een steeds zwakker Europa.

We moeten beseffen dat de periode van vanzelfsprekend Europees leiderschap in humanitaire kwesties nu definitief voorbij is. Wat blijft, is onze openheid, de voedingsbodem voor nieuwe ideeën, goederen en diensten – maar die moeten we dan wel breed koesteren. Anders vervallen we tot een gezapige Europese economie die met zijn vijfhonderd miljoen consumenten hoogstens een aantrekkelijke markt voor de rest van de wereld vormt.

Maar wij zijn toch meer dan passieve zappers op weg naar de volgende verkiezingen? We willen toch something completely different?

Louise O. Fresco
NRC handelsblad 12 september 2012