MENU

Grijp coronavirus aan als leerproces

Michel de Montaigne waarschuwde al dat de mens niet zozeer lijdt onder gebeurtenissen maar vooral door wat hij van die gebeurtenissen denkt. Het coronavirus vormt een voedingsbodem voor wat we een pandemie van paniek kunnen noemen: opwinding en angst gevoed door een stroom van nieuws, pseudo-deskundigheid en voortschrijdend wetenschappelijk inzicht.

Met een variatie op die andere Fransman, Anthelme de Brillat-Savarin, zou je kunnen zeggen: zeg me wat u vindt van Covid-19, en ik zeg u wie u bent. Ongeveer alle preoccupaties kunnen desgewenst aan de virusuitbraak verbonden worden. Voor doemdenkers is het smullen. De verstoring van de wereldwijde productieketens zou tot een permanente recessie leiden. De onvermijdelijke complottheorie is niet ver weg: het virus is ingevoerd door de CIA. Door de Amerikanen, of de Russen, of het is een uit de hand gelopen Chinees experiment. Tegelijk zou dit virus president Trump geweldig uitkomen. Nog even, en de handel met China en een flink aantal andere gebieden ligt bijna volledig stil. Anti-globalisten worden op hun wenken bediend.

Dan zijn er degenen die in de uitbreiding van de ziekte het bewijs zien van de incompetentie, leugenachtigheid en/of de autoritaire houding van de Chinese overheid. Ernstiger is dat misverstanden en fake news rond het virus racisme en xenofobie voeden. Mensen met een vermeend Chinees uiterlijk worden gemeden. De stap naar egocentrisme is niet groot: ‘wij’ behoren niet tot de risicogroep, dus al die maatregelen zijn onnodig gedoe.

Zelfs wie niet in bovenstaande patronen vervalt, wordt door deze crisis gedwongen tot een heroverweging van eerdere vanzelfsprekendheden. De coronacrisis vraagt juist om solidariteit: investeren in medische zorg elders, in kwetsbare gebieden zoals in Afrika, kan verstandig zijn. Het annuleren van reizen en conferenties dwingt ons tot creatieve oplossingen. Niet alles dat dringend lijkt, is ineens essentieel. Maar een kernvraag is of het onderbreken van industriële productieketens niet betekent of we met minder spullen kunnen. Maakt die enorme verknooptheid van de wereldhandel ons ook niet kwetsbaar? De economische schade van het coronavirus op de korte termijn lijkt aanzienlijk, net als de afname van CO. Op de lange termijn kan dit het eerste teken zijn van een nieuwe economische orde. Geen nationalistische autarkie, geen negatieve groei maar groei in producten en diensten die echt nodig zijn, op duurzame wijze geproduceerd. Het laatste woord is daar niet over gezegd, en als we niet rustig de tijd nemen om hierover te spreken, vallen we snel in de valkuil van verdere polarisatie. De discussie rondom CETA was daarvan al een voorproefje.

Je kunt ook op nog een andere manier naar Covid-19 kijken. Wat we weten over het pathogeen is te danken aan naadloze internationale uitwisseling van gegevens. Dankzij digitalisering, snelle identificatie van genetische karakteristieken van virussen, grote databestanden van ziektegevallen en kunstmatige intelligentie kunnen we sneller en doelgerichter handelen. We hebben meer instrumenten en kennis dan ooit tevoren om ziekten te bestrijden en te voorkomen. Deze kennis moet worden gedeeld en beheerd in een gezamenlijke infrastructuur onder de hoede van de Verenigde Naties. Het zoeken naar een vaccin en antivirale middelen is gebaat bij nauwe samenwerking tussen publieke en private partijen.

Alles wat er nu gebeurt en gezegd wordt, helpt om toekomstige pandemieën weloverwogen, zonder paniek te creëren noch het te bagatelliseren, het hoofd te bieden. Laten we corona aangrijpen om over onszelf te leren en over vraagstukken die verder gaan dan het beheersen van een pandemie.

Louise O. Fresco
Column NRC Handelsblad, 9 maart 2020