MENU

De Nieuwe Formatie, opera in drie aktes

Akte I . Lege, met tl-buizen verlichte vergaderzaal in een onbenoemd ministerie, koffiekannen en slordig weggeschoven stoelen. Whiteboard met onleesbare tekst, met rood omsingeld: Klimaatkabinet -> KliKa. Twee identiek geklede topambtenaren (m/v) zitten tegenover elkaar. Onzichtbaar koor : „Nieuw, nieuw! Oud, oud! Oud voor nieuw, nieuw voor oud!” Topambtenaar1 : „Hoor de euforie… Opnieuw zetten wij ons aan het werk.” Koor zwelt aan: „Nieuw! Geef ons nieuw en veilig leven. Brood en spelen, vegaburger, mobiel en huis met tuin.” Topambtenaar2 : „Ach, vergeef hen dat zij niets weten. Bied hun vertrouwen en geduld.” Topambtenaar1 : „Denk aan wat we kregen en verloren deze eeuw. Voor de ochtend gloort, vinden wij het verhaal dat alles samenbrengt. De luide meerderheid heeft gesproken.” Topambtenaar2 : „En wij vertalen nu hun wens. Toeval wordt doel, geluk wordt plan.” Topambtenaar1 : „Een nieuwe lente, een nieuw geluid. Een kleur zoek ik. Geen groen, geen paars. Maar wie alles mengt, krijgt bruin.” Koor : „Ongeduld, ongeduld! Geef ons nieuw, geef ons oud!” Topambtenaar2 : „Ach, het volk, dat volk van veel onwetendheid.” Topambtenaar1 : „Wie is de mol, wie is …” Topambtenaar 1&2 : „Logica! De formatie, dat zijn wij. Wij, wij! Maar spreek zacht.”

Koor : „Nieuw, nieuw, oud, oud…” (sterft weg, donkerslag).

Akte II . Achterwand met tientallen kamertjes als een honingraat, beneden ruim, hoe hoger, hoe benauwder. Assistenten met stapels papier en meerdere telefoons lopen af en aan. Lijsttrekkers in wisselende stadia van ontspanning: schommelstoel, kamerjas, koekjestrommel en andere attributen. Lijsttrekker2 (coloratuursopraan): „Oh zo po-si-tief, zo positief. Zo eerlijk, aldoor oprecht. Mijn hart klopt… Ik slaap niet meer. Wat hij denkt is een mysterie. Wij samen… eindelijk dan? Maar gevaren dreigen overal.” Lijsttrekker1 (heldentenor): „Het land gered, ja, opnieuw. Opnieuw, maar niets is werkelijk nieuw. Laat hen denken dat zij de helden zijn. Ik ken de waarheid. Een leider zwijgt en ziet (maar niet te ver).” Lijsttrekker2 : „Zal ik hem rode tulpen sturen? Wat zal hij doen? Ik kan niet wachten… Nee! Laat mij niet vervallen in verleiding. Wachten. Op de meesterproef.” Lijsttrekker1 : „Zal ik haar witte rozen sturen? Muziek of wijn? Nee, houd afstand nu, ze heeft nog niet iets toegezegd. Maar ik heb al besloten. Zij zal de mijne zijn, komt hittegolf, komt storm, veranderend klimaat of eurobond.” Lijsttrekker2 : „Zijn wil zal ongebroken zijn. De mijne ook. Mijn hand trilt niet, evenmin mijn stem.” Andere lijsttrekkers vallen een voor een in: „Het volk kwam, het volk sprak. Wat is dit toch een prachtig land waar allen kunnen bloeien. Duizend bloemen in de polder. Nieuwe bloemen, oude bloemen. Ons tulpenkabinet!” (Violen zwellen aan.)

Akte III . Persconferentie, enkele maanden later. Buiten staat het volk in kleurige windjacks. Op de achtergrond de politie. Lijsttrekker1 komt op met topambtenaren. Lijsttrekker1 , zacht: „Je kent mijn lijfspreuk: Als we willen dat alles hetzelfde blijft, moet alles veranderen.” Lijsttrekker2 komt links op: „Dit is hoe we beginnen. Een moreel kabinet voor Klimaat, Recht en Waarden, Inclusiviteit, Financiën en Subsidies, Energie (zelfs die van kern-), Mobiliteit, Export, en Europa. Innovatie. Vaccinatie en Preventie? Dieren en Natuur, oh ja.” Topambtenaar1 , terzijde: „Beleidscoherentie…” Lijsttrekker1 : „Een kabinet van vernieuwd Leiderschap. Wij feliciteren het volk.” Koor der journalisten : „Gemondkapt horen wij u aan, nieuwe leider en leidster. Geen vragen nu. De meerderheid besloot, de minderheid regeert.” (Trompetgeschal.)

Louise O. Fresco
NRC Handelsblad 22 maart 2021