Naar een integrale aanpak van de huiskat

Uit het verslag van de hoorzitting van de Commissie Huiskattenproblematiek (CHKP), 15 december 2025. Voorzitter: „Welkom bij deze vergadering. Aan de orde is de evaluatie van vijf jaar HK-beleid. Ik verwelkom de minister van Dieraangelegenheden, alsmede de staatssecretaris van Huiselijk Welzijn. Allereerst het woord aan de opsteller van het rapport, Mevrouw Janneke Spinner. Kunt u ons kort uw bevindingen schetsen?”

Spinner: „Het kabinet dat in 2020 aantrad had de vooruitziende blik om HKP tot prioritair beleidsterrein te verklaren. De HKP wordt breed gevoeld en raakt aan alles, in positieve en negatieve zin, zoals klimaat, voedselveiligheid en ouderenzorg. Onze conclusie is dat er meer win-winsituaties zijn dan tot nu toe gerealiseerd. Kort gezegd, de huiskat is de sleutel voor de toekomst. Ik geef u enkele voorbeelden. Huiskatten versterken de klimaatproblematiek: denk aan verwarmde huizen, kattenvoer waarvoor de bossen worden gekapt en dat over de wereld wordt verscheept. De huiskat is een onzichtbare bron van CO 2 .

„Maar! Ze houden de mens ook warm. Een kat op schoot betekent 1,6 graad lager op de thermostaat, zo hebben wij gemeten. Daarnaast draagt de HK bij aan de kwaliteit van leven, met name van ouderen: het kopjes geven alsmede de gelegenheid tot aaien leidt tot aanmaak van oxytocine en verlaging van medicijnengebruik voor pijnbestrijding en stress. Tot slot: de HK bedreigt sommige vogelsoorten, maar helpt ook het herstel van biodiversiteit door predatie op ongedierte en het verminderen van bestrijdingsmiddelen.”

Voorzitter: „Pre… wat?”

Spinner: „Zeg maar: het opeten. Katten zijn een vorm van biologische bestrijding. Hetgeen ook voedselverliezen reduceert door ongedierte.”

Voorzitter: „Ik geef nu de maatschappelijke organisaties elk maximaal een minuut voor een reactie. Het woord is eerst aan meneer Grashof van De Groene Kat.”

Grashof: „Wij zijn al jaren bezig met het vergroenen van de huiskat. We streven voor 2030 naar 30 procent van de katten op lokaal dieet, dat wil zeggen restjes van slagerijen en visboeren. Wat kunnen wij nog meer doen?”

Voorzitter: „Meneer Staartjes, van Kattenrechten.”

Staartjes (stotterend): „Opnieuw wordt het dier onder druk gezet en de mens als uitgangspunt genomen. Ik wil de minister van Dieraangelegenheden oproepen om recht te doen aan de kat. Steeds vaker is sprake van een noodsituatie van HK die onvoldoende liefde ontvangen… ”

Voorzitter: „Ik interrumpeer u. Het is niet aan de minister om u hier te antwoorden. En gezien de tijd, vraag ik mevrouw Spinner direct haar belangrijkste aanbevelingen te doen.”

Spinner: „Wij zien een duidelijke rol voor de HK in de circulaire economie: voer uit resten van de voedselverwerkende industrie, hergebruik van kattenbakresten voor chemische grondstoffen. Voorts denken wij aan educatie richting afnemende agressie jegens gewenste soorten zoals tuinvogels. Er zijn hoopgevende experimenten met een virtual reality-bril voor katten waardoor ze denken dat ze op jacht zijn terwijl ze in hun mandje zitten. Voorts registratie op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau. Ontwikkelen van camera’s, sensoren en certificering van iedere HK om wangedrag in kaart te brengen. Maar het meest zien wij in het stimuleren van robotkatten, die verfijnder spinnen en kopjes geven, wat het placebo-effect van de biologische kat overtreft.”

Voorzitter: „Dank u. U pleit voor een integrale aanpak van de HKP, met kleine stapjes. De polderkat die aan al onze behoeften voldoet. Fijn. Dat sluit geheel aan bij waar wij Nederlanders goed in zijn.”

Louise O. Fresco
Column NRC Handelsblad, 16 december 2019