Mannenmoratorium helpt de democratie
Afgelopen weekend koos de Volkskrant de zeven beste ideeën uit voorstellen van 500 wetenschappers om de democratie te verbeteren. Opvallend aan deze rapportage is dat er nergens iets wordt gezegd over de rol van vrouwen in het verbeteren van de democratie. Dit staat in scherp contrast tot de discussies over het ontbreken van vrouwelijke lijsttrekkers bij grote partijen. Laat ik daarom maar een provocerend voorstel doen: behoud de meeste of zelfs alle politieke functies voor aan vrouwen.
Een bekend adagium is dat vrouwen de politiek in gaan om iets te doen, en mannen om iemand te zijn. De suggestie is dat vrouwen daarmee hun land dienen, en mannen hun ego. Zo eenvoudig ligt het uiteraard niet: tegenover iedere Angela Merkel staat een Cristina de Kirchner (ex-president van Argentinië). Generaliseren over verschillen tussen mannen en vrouwen – het kan niet genoeg herhaald worden – is een hachelijke zaak, omdat de verschillen tussen vrouwen c.q. mannen onderling aanzienlijk zijn. De wet van de grote getallen geeft wel wat relevante trends. In vele onderzoeken, zoals van Pew (2008), worden aan vrouwen meer positieve trekken die van belang zijn voor leiderschap toegeschreven. Vrouwelijke leiders worden gezien als empathischer, open, eerlijk, hardwerkend en handelend in het belang van de bevolking. Vrouwen scoren veel hoger dan mannen op de eigenschap ‘vasthouden aan principes onder politieke druk’. Zo’n 70 procent van de respondenten vond dat ze even goede leiders kunnen zijn. Op die basis kun je dus pleiten voor meer of alleen vrouwen, hoewel zij in het onderzoek ook worden gezien als minder hard op het gebied van criminaliteit en nationale veiligheid.
Je kunt denken dat het daarmee loont om op vrouwen te stemmen. Dat blijkt niet het geval; Amerikaanse kiezers houden moeite op vrouwen te stemmen. Een EU-rapport (2010) vindt iets vergelijkbaars: respondenten willen meer vrouwen in verkiesbare posities, maar stemgedrag laat dat niet zien. Mogelijk omdat men niet per se stemt op iemand die het algemeen belang vooropstelt, maar op iemand die men zelf wil zijn. Ook dat pleit voor een moratorium op mannen in een democratie, die immers is gericht op het algemeen belang.
Er zijn wel meer argumenten. Kabinetsformaties kunnen moeizamer verlopen als er alleen mannen tegenover elkaar staan. Daaraan gerelateerd: de oppositie is harder, de kans op de val van een kabinet groter als er geen vrouwelijke leiders in het spel zijn met kalmerende invloed. Je kunt je ook voorstellen dat vrouwen zich minder bij de politiek betrokken voelen als er geen enkele leider is met wie zij zich identificeren. Aangezien zij meer dan de helft van het electoraat vertegenwoordigen, is de democratie gediend met meer vrouwelijke leiders en meer vrouwelijke kiezers.
Stil maar, lieve mannelijke lezer, deze provocerende generalisaties weerspiegelen ook een achterhoedegevecht. Vermoedelijk maakt het over een eeuw niet uit of een man of een vrouw een land leidt. Dankzij big data zullen de analyses van de beslissingen van eerdere leiders gedetailleerd in verband kunnen worden gebracht met de dan geldende situatie. Vervolgens kunnen scenario’s gespeeld worden van ‘vrouwelijke’ en ‘mannelijke’ oplossingen waarin de beste eigenschappen van vrouwen en mannen gecombineerd worden. Om nog een stap verder te gaan: dan zou je zelfs twee leiders, een man en een vrouw, al of niet als avatar, kunnen benoemen. In ieder geval zijn we dan definitief af van het oude excuus dat er te weinig geschikte vrouwen zijn.
Louise O. Fresco
NRC handelsblad, 22 februari 2017