MENU

Landbouw-commissaris: de belangrijkste baan

Het is een aantrekkelijk tijdverdrijf om te speculeren over de kandidaten voor de Europese topposities. Maar wie de Eurocommissaris met de landbouwportefeuille wordt, is waar we echt op moeten letten. Want geen positie is zo belangrijk voor de toekomst van de EU en tegelijk zo onzichtbaar en ondergewaardeerd. In de publieke opinie staat landbouw gelijk aan geldverslindende bemoeizucht, vernietiging van het landschap, dierenmishandeling en onmogelijke regelgeving. Tegelijkertijd scoren vraagstukken rond voedsel, klimaat, dierenwelzijn en biodiversiteit hoog bij Europese burgers. Alleen al die spagaat vraagt om een zwaargewicht (m/v).

Landbouw en plattelandsontwikkeling beslaan bijna 40 procent van het EU-budget. Daarvan gaat meer dan 70 procent naar directe betalingen per hectare. De demissionaire Eurocommissaris Hogan heeft vrij stevige veranderingen voorgesteld waarbij de lidstaten meer ruimte krijgen, juist ook voor ecologische doelen. Dat geeft Nederland de mogelijkheid de plannen voor kringlooplandbouw te vertalen in concrete voorstellen voor bedrijfsvoering. De Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur heeft hierover vorige maand verstandige suggesties gedaan.

Maar de redenen dat de landbouwcommissaris een sleutelfiguur wordt, gaan veel verder dan hervormingen van het landbouwbeleid en daaraan gekoppelde ecologische doelen. Ten eerste zijn er extra uitdagingen zoals aanpassing aan fluctuaties van het weer, het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen, het opslaan van koolstof in bodem en vegetatie en het veiligstellen van biodiversiteit in landbouwgebieden en daarbuiten. Dat is een delicaat evenwicht, want meer natuur betekent niet automatisch meer soorten: ons nationale icoon, de grutto, gedijt juist bij een mild maairegime op het grasland.

Intussen dringen zich nieuwe vraagstukken op. Streeft de EU naar meer autarkie bij landbouwproducten of blijft ze importeren en vooral exporteren? Hoe groot mag de Europese veestapel zijn – een vraag die voor Nederland grote betekenis heeft.

Hoe om te gaan met een leeglopend platteland door de aanhoudende trek naar steden en de vergrijzing? Verlaten boerenland wordt niet zomaar aantrekkelijke natuur. Zijn de boeren van de toekomst straks robots en drones? Of agrarische entrepreneurs met immigranten als loonarbeiders? Kan de ronddolende schapenhoedster met haar kleine kudde overleven in Umbrië? Hoeveel voedsel zal er verbouwd worden in de stedelijke omgeving, op daken en industrieterreinen?

Kan de relatie tussen stad en platteland weer opbloeien door digitale banden tussen stadsbewoners en boeren, bijvoorbeeld door direct bij de boer te bestellen? Veranderen eentonige akkers weer in een mozaïek van kleine percelen, en zo ja, hoeveel inkomenssteun en administratie zijn daarvoor nodig? Of wordt schaalvergroting onvermijdelijk?

En niet de minste vraag: wil Europa investeren in technologische vernieuwing om voorop te blijven lopen, niet alleen in productiviteit maar ook in ecologische en sociale duurzaamheid? Dat gaat om substantiële bedragen, maar betekent ook een serieuze discussie over de regelgeving op het gebied van nieuwe genetische technieken of gebruik van afval.

Met het uitfaseren van fossiele brandstoffen zullen de mensen die de biomassa van de aarde als kringlopen beheren, en daarmee een aantal substituten voor petrochemische producten, uitgroeien tot belangrijke spelers. Landbouw in de ruime zin is dé sector voor de toekomst, dus let op die Eurocommissaris! Gezocht: een mens met visie en moed.

Louise O. Fresco
Column NRC Handelsblad, 17 juni 2019