MENU

Klimaatconferenties zijn stenen in de rivier

De meest bepalende foto van onze tijd is niet die van de brandende Twin Towers, noch die van de atoombom op Hiroshima of van de eerste mobiele telefoon. Wat echt ons wereldbeeld heeft doen kantelen is de foto, gemaakt door de Apollo 17, van die kleine blauwe planeet in een onherbergzaam, diepzwart universum. Voor het eerst werden we ons bewust van onze kwetsbaarheid, niet alleen als individu of als natie, maar als mensheid.

Die foto werd bijna een halve eeuw geleden gemaakt in een periode die in veel opzichten onze ogen heeft geopend. Plotseling, ondanks de voortgaande Koude Oorlog, balde zich alles samen. Het was het begin van ons besef van het Antropoceen, de geologische periode waarin niet alleen geobiologische krachten maar ook de menselijke handelingen effect hebben.

De eerste conferentie over het milieu werd in 1972 gehouden, in Stockholm. Volgend jaar is het ook vijftig jaar geleden dat het rapport van de Club van Rome verscheen, met de omineuze titel Grenzen aan de groei. Dan is het ook vijfendertig jaar geleden dat de commissie-Brundtland met haar rapport kwam met de even programmatische titel Our Common Future. Volgend jaar is het ook dertig jaar geleden dat de eerste Top voor de Planeet werd gehouden, in Rio. Daaruit kwamen de Milleniumdoelstellingen van de VN voort, die uitgegroeid zijn tot de Duurzame Ontwikkelingsdoelen, bekrachtigd in 2016.

Er is van alles aan te merken op al die goede voornemens: te veel, te vaag, incompleet (te weinig bijvoorbeeld over landbouw en voedsel). Maar toch een unicum, omdat het afspraken zijn die voor alle 193 lidstaten van de VN gelden. 

Vanaf de jaren zeventig zijn we zo het tijdperk van de grote conferenties en verdragen ingegleden. Waar vroeger landen het vooral eens moesten worden over vrede en handel, gaat het nu om wereldomvattende vraagstukken die veel moeilijker te definiëren zijn. Succes op al die doeleinden is nauwelijks meetbaar, laat staan dat je kunt aangeven wat doorslaggevend is geweest. Klimaat, biodiversiteit, voedsel – het zijn multidimensionele problemen met vele onbekende variabelen waarbij overheidsbeleid maar beperkt effectief is.

Deze week zal in de marge van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Voedselsysteemtop worden gehouden. Begin november is er weer een aflevering van de bondgenoten voor het klimaat. Wie zich kwetsbaar voelt, heeft haast. Die wordt tureluurs van de trage molens van de VN waar een eindeloze stroom documenten uit rollen, afgewisseld door vage resoluties.

Ja, het gaat langzaam. Logisch dat de kritiek aanzwelt: een circus van holle frasen, weinig concrete actie, een onderonsje van machthebbers, te veel ruimte voor het bedrijfsleven, te weinig stem voor minderheden. Soms is dat waar, maar wie kritiek heeft op het zichtbare deel – de top – vergeet het belangrijke proces dat zich er achter afspeelt. Conferenties zijn stenen in de rivier, telkens een stap.

Vraag jongeren waar ook ter wereld wat hen bezighoudt, dan is dat heel waarschijnlijk, naast relaties, arbeidsmarkt en woonruimte, ook de toekomst van de aarde. Dat was twee generaties geleden wel anders. Zie hoe ver we in de halve eeuw zijn gekomen: klimaat, biodiversiteit, voedselzekerheid, armoede – bijna ieder mens op aarde beseft nu dat het hier gaat om een collectieve verantwoordelijkheid. Een halve eeuw op de honderd eeuwen sinds wij zijn begonnen ons in menselijke nederzettingen te vestigen en daarmee onherroepelijk de natuur naar onze hand zijn gaan zetten. Naarmate onze invloed groeit, zullen ook ons begrip en onze wereldwijde afspraken evenredig toenemen. Ongeduld helpt om oplossingen te vinden.

Louise O. Fresco 
NRC Handelsblad, 20 september 2021