MENU

Juist Nederland kan de uitdagingen aan

Het is een en al somberheid. Alles gaat slecht of leidt tot een regelrechte apocalyps: klimaat, stikstof, volksgezondheid, rechterlijke macht, verkeer, maakindustrie, Belastingdienst, natuur, huizenmarkt, geopolitiek. Maar besteden we niet meer tijd aan somberen dan aan oplossingen? Ja, er zijn radicale oplossingen, vast even bevredigend als doemdenken. Weg met de economische groei, doet even pijn, maar dan wordt alles mooi! Tsja.

Waarom laten wij ons zo door zwartgalligheid leiden? Ongetwijfeld was somberheid een evolutionair nuttige eigenschap. Maar in de 21ste eeuw ondermijnt doemdenken de moed om zaken systematisch aan te pakken.

Nederland staat voor een enorme opgave. Deels is dat de opgave waar elk land voor staat: het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen binnen enkele decennia. Daar zijn gedeeltelijke en tijdelijke oplossingen voor zoals elektrisch rijden (ooit op groene stroom) en energiebesparing. Deels onzeker en zeker geen win-winsituatie. Maar te doen, op termijn.

Groter en complexer dan elders lijkt de Nederlandse opgave vanwege de stikstofcrisis: het gaat om landbouw, biodiversiteit, wonen, werken en mobiliteit. Nederland: een doorvoerland vol boven- en ondergrondse infrastructuur in de monding van grote rivieren, waar twee derde van de economische waarde onder de zeespiegel ligt, waar de bevolkingsdichtheid een van de hoogste ter wereld is, waar grote waarde wordt gehecht aan cultuurlandschap, wonen in laagbouw, scholen en winkels op fietsafstand. Maar ook een land dat zich sinds duizend jaar collectief beschermt tegen de zee. Waar het besef van spanningen tussen landbouw, verstedelijking en natuur al meer dan een eeuw bestaat.

In het schitterende boek Het landschap, de mensen laat Auke van der Woud zien welke manier van denken heeft geleid tot dat volle, ruimtelijk multifunctionele Nederland. Land, water, vegetatie en zee moesten worden beteugeld ter wille van economisch nut. Van der Woud stopt in 1940, maar na de Tweede Wereldoorlog zette die trend zich verder door. Ruilverkavelingen, verdere ontwateringen, Vinex-locaties en in de laatste decennia windmolens en parken voor zonnepanelen. Maar tegelijkertijd versterkte zich de tegenbeweging: meer land werd beschermd om zijn natuurwaarde, biodiversiteit werd een ingeburgerd begrip, net als Natura 2000-gebieden en Ruimte voor de Rivier. Nederland is uniek door zijn enorme ecologische variatie naast intensief landgebruik.

Er is geen reden voor apocalyptisch denken. Juist Nederland met al zijn laaggelegen gebieden kan deze nieuwe opgaven aan omdat we al zo lang bezig zijn dit land vorm te geven. De nieuwste schatting van de zeespiegelstijging mag hoger uitvallen dan gedacht, het is geen vloedgolf die ons in één klap overspoelt. We hebben tijd om dijken te verbreden en te verhogen, overstromingsbekkens te maken. Mogelijk kan niet alles worden beschermd en moet er op termijn land opgegeven worden. Net als eerder in de geschiedenis. Dergelijke verliezen kunnen worden gecompenseerd door de aanleg van nieuw land.

Doemdenken is voor degenen die niets anders zien dan het hier en nu. Wie denkt op langere tijdschalen, wie de geschiedenis enigszins kent, weet dat drastische ruimtelijke veranderingen, in landschap, verstedelijking en landbouw niet iets van deze eeuw zijn. In plaats van te roepen dat het (bijna) te laat is, moeten we de schouders eronder zetten en beginnen aan een fantastische transformatie. Laten we bedenken hoe Nederland er in 2100 uit kan zien. Een masterplan, niet alleen van ingenieurs en ecologen, maar ook van kunstenaars, sociale en geesteswetenschappers. Nu nog een minister van Ruimtelijke Ordening die de regie neemt.

Louise O. Fresco
NRC Handelsblad, 1 november 2021