Hongkongs groeiende verwachtingen

Wie het Hongkong van vandaag bekijkt met zijn hyperluxueuze shopping malls waar alle grote Europese modemerken te vinden zijn, de kunstveilingen waar Europese veilinghuizen als Sotheby’s en Christie’s hun beste zaken doen, waar het onroerend goed tot de duurste ter wereld behoort, kan zich de armoede en chaos van minder dan twee generaties geleden niet voorstellen. In de jaren zestig van de vorige eeuw bestond de elite uit Engelsen en een handvol opgeleide Chinezen. Corruptie en armoede leidden tot criminele netwerken van prostitutie, gokken en opium. Vooral ouderen en kinderen leefden in schrijnende armoede.

In 1966 begon een jonge arbeider een hongerstaking naar aanleiding van het plan om de prijs van het kaartje voor de overtocht tussen Hongkong Island en Kowloon met de Star Ferry te verhogen. Het leidde tot de eerste massale protesten in de toenmalige kolonie. Een jaar later, op het hoogtepunt van de Culturele Revolutie, braken anti-koloniale rellen uit, geïnstigeerd door het regime in Peking. Die steun hield op toen bleek dat er vele doden vielen en de meerderheid van de bevolking zich juist tegen de revolutie verzette. Maar de kiem van de onrust liet zich niet uitroeien.

Dankzij de snelle industrialisatie, de groei van de media en toegang tot onderwijs ontstond een nieuwe generatie met nieuwe verwachtingen. Voor de Engelse autoriteiten werd de potentiële onrust onder jongeren het grootste probleem. Dat groeiende verwachtingen van jongere generaties die niet veel te verliezen hebben, de drijvende kracht achter veel vormen van sociale onrust vormen, was al in de jaren vijftig doorgedrongen tot de Amerikanen. De term revolution of rising expectationsweerspiegelde de Amerikaanse zorg over de communistische expansie in Azië. De bevolking zou makkelijker een speelbal worden van communistische krachten als de kloof tussen economische verwachtingen en realiteit te snel opliep. Uit die zorg ontstond ook de financiering van onderzoek naar de verhoging van de opbrengst van voedselgewassen zoals rijst. Geef ze meer te eten, dan zullen ze tevredener zijn. Dat inzicht berustte deels op een misvatting. Revolutie ontstaat zelden op het platteland en niet bij de allerarmsten, maar juist onder degenen die zicht hebben gekregen op een betere wereld. Of die zich tegen die moderne wereld willen verzetten, zoals IS of de anti-globalisten. Sociale en psychologische factoren meer dan economische verklaren het ontstaan van revoluties. De aanleiding is wel vaak een economische, zoals het veerkaartje in Hongkong, de prijs van brood voor de Arabische revolutie of het verlangen van de Parijse banlieue naar een appartement in het centrum. Wel doven sociale bewegingen uit als gevolg van betere economische omstandigheden. De afname van de steun aan de IRA bijvoorbeeld houdt direct verband met de groei van de werkgelegenheid in Noord-Ierland.

Ook in Hongkong is de aanleiding psychologisch, het gevoel van jongere generaties gemarginaliseerd te worden door een politieke hervorming die te langzaam en niet ver genoeg gaat. Maar ook hier spelen economische factoren een belangrijke rol. Hongkong is de meest inegalitaire stad onder de ontwikkelde economieën. Ongelijkheid neemt toe, terwijl de sociale mobiliteit gering blijft. Meer dan vier procent van de inwoners werkt als fulltime huispersoneel, vooral kindermeisjes uit de Filippijnen. Een reden is de sterke afhankelijkheid van de financiële sector die hoge inkomens maar weinig werkgelegenheid voor middenkader biedt. Wat de uitkomst van de huidige protesten ook is, alleen maatregelen die het terechte verlangen naar een redelijk bestaan en vermindering van armoede honoreren, zullen tot rust leiden.

Louise O. Fresco
NRC handelsblad, 8 oktober 2014