MENU

Ga als een rentmeester met water om

Economie, water, biodiversiteit, voedsel, energie, klimaat – de crises van de wereld stapelen zich op. In de geest van politici lijkt alles tegenwoordig met alles te maken te hebben. Soms is dat zo, maar een ingewikkelde samenhang betekent niet zonder meer dat er een gezamenlijke oplossing is. Hoe graag we het zouden willen, er bestaat geen wondermiddel dat aan alle crises een einde maakt, noch een volledig nieuw paradigma waardoor we plotseling anders zullen handelen.

Zo beweerde Marianne Thieme vorige week donderdag op Radio 1 dat alle hulpbronnen, inclusief water, al voor 30 procent op zijn. Dit is de typische en veelvoorkomende denkfout die voortkomt uit het te pas en te onpas op één hoop gooien van allerlei crises. Waterschaarste is niet het gevolg van een mondiaal tekort, noch iets wat iedere aardbewoner treft. Water is geen eindige hulpbron zoals olie, maar een die onevenwichtig verdeeld is over het aardoppervlak, waardoor er lokaal, en meestal alleen tijdelijk, tekorten kunnen ontstaan, of juist overlast. Watervoorraden worden elk seizoen aangevuld dankzij regenval. Dat is dus fundamenteel anders dan bij olie of gas die niet worden aangevuld, althans niet op een menselijke tijdschaal. En ook iets anders dan biodiversiteit, die wel verloren gaat, maar ook weer kan ontstaan. Of iets anders dan voedsel, waaraan tekort is door gebrek aan koopkracht bij stijgende prijzen, en niet door absolute schaarste. Water past niet zomaar in het rijtje van mondiale crises.

Dit wil overigens niet zeggen dat er geen mondiale dimensie aan water zit. Het verbouwen en vervoeren van goederen, vooral van voedsel, voer en vezels, impliceert een stroom van zogenaamd virtueel water: water dat nodig is bij de productie en daardoor lokaal niet of beperkter beschikbaar is. Een kopje van 0,2 liter koffie zou in feite 40 liter virtueel water bevatten. Zo vloeit onder de mondiale handelsstroom van goederen en geld eigenlijk ook een verborgen rivier van kostbaar water.

Water en andere crises zijn ook het thema van het Vijfde Wereld Water Forum dat deze week bijeenkomt in Istanbul. Bij de vorige gelegenheid, drie jaar geleden in Mexico, waren er 20.000 aanwezigen. Onze kroonprins, die immers beschermheer is van het Global Water Partnership en speciaal adviseur van de secretaris-generaal van de VN, speelt een leidende rol. Het doel is, zoals meestal bij dit soort megaconferenties, om meer bewustwording te creëren, liefst uitmondend in politieke daadkracht.

De discussie in Istanbul zal worden gedomineerd door de komende klimaatconferentie eind dit jaar in Kopenhagen. Immers, zo wordt men niet moe te verklaren, het waterprobleem wordt verergerd door het klimaatprobleem, en beide worden verergerd door de economische crisis.

Inderdaad, de dramatische gevolgen van waterschaarste en -overvloed voor de armen zijn al te bekend. Vrouwen die in diepe putten moeten afdalen om het laatste brakke drinkwater te scheppen, vee dat omkomt van de dorst, moessonregens die hele dorpen wegvagen, overstroomde krottenwijken, open riolen… Het is nog steeds het lot van honderden miljoenen, dat iedereen in Nederland af en toe door het hoofd zou moeten spelen.

Maar de hydrologische kringloop van de planeet is bijzonder ingewikkeld en het is wetenschappelijk gezien helemaal niet eenvoudig om weersfluctuaties, toevallige droogtes en regens op specifieke plekken met de opwarming van de aarde in verband te brengen. Laat staan dat we de effecten op voedselproductie en armoede kunnen vaststellen. Terwijl de wetenschappelijke inzichten langzaam groeien, moeten we niet alles door elkaar halen en aan de slag met wat we al weten.

Dit weten we heel zeker: waterproblemen los je op door het stimuleren van besparingen. Ongelooflijk veel water wordt nog steeds verspild, met name in de landbouw die 70 procent van het totale beschikbare water gebruikt. In het Midden-Oosten, schaarstegebied bij uitstek, wordt naar schatting slechts 20 procent van het water echt gebruikt, de rest stroomt af of verdampt. Het zal dan ook doorslaggevend zijn wat er met het water van de Tigris en de Eufraat gebeurt als de Amerikanen straks Irak verlaten.

Een van de grootste problemen met water is dat men liever zelf verspilt, dan het aan anderen te gunnen. Die mentaliteit heeft tot eindeloze ruzies over het gebruik van het water van de Nijl geleid, die pas zijn opgelost sinds Egypte heeft geaccepteerd dat Ethiopië en Soedan ook recht op water hebben.

Net zoals een verstandig rentmeester slechts gebruikmaakt van de rente en de hoofdsom niet aantast, zo zouden we met water om moeten gaan. We moeten de watervoorraad op aarde als een onaantastbaar kapitaal beschouwen van de hele mensheid. Onze jaarlijkse behoeftes kunnen worden gedekt uit de natuurlijke aanvoer van regenval.

Dat betekent bijna altijd dat we water moeten beheren, niet als lokale of nationale hulpbron, maar op het niveau van een rivierbekken of stroomgebied. Net zoals we geld op een spaarrekening zetten voor onzekere tijden, moeten we water opslaan voor periodes van schaarste.

En kijk, hier is nu weer eens iets positiefs te melden. Ongemerkt is in de laatste jaren het verzet tegen grote stuwdammen verdwenen, met de Drieklovendam in China als laatste stuiptrekking. Dat verzet vanuit de milieubeweging heeft weliswaar geleid tot grotere veiligheid, meer consideratie voor de bevolking en het vermijden van onnodige grootschaligheid. Maar het heeft lang het zicht ontnomen op de belangrijkste rol van dammen, groot en klein: een opslagplek voor water (en niet alleen een manier om energie op te wekken). Dammen, spaarbekkens en waterbesparing: het klinkt wel erg praktisch vergeleken bij het spectaculaire geklaag over alomvattende wereldcrises, maar het zijn wel de stappen die tellen. 

Louise O. Fresco
NRC handelsblad 17 maart 2009