Energie: mijnenveld vol halve waarheden
De Oxford Dictionary heeft ‘post-truth’ uitgeroepen tot woord van het jaar. Het is nu officieel: we zijn aangeland in een tijdperk waarin we de waarheid voorbij zijn. Of althans die ene, onweerlegbare waarheid. In plaats daarvan ontstaan vele waarheden, pluralisme dus, een eufemisme waarmee wordt gerechtvaardigd dat er meerdere „theorieën” over de waarheid bestaan, evolutietheorie naast creationisme bijvoorbeeld. De politiek is trouwens zelden echt feitenvrij, eerder feitenarm. Het compromis ontstaat uit de gedachte dat de waarheid in het midden ligt. Het publiek construeert ondertussen graag eigen feiten, een winkelwagen vol losse, van het internet geplukte halfbegrepen weetjes. De verwarring die zo ontstaat leidt alleen tot nog meer pluralisme en zekerheid door ‘bewijzen’.
Dit is een gevolg van de overdaad aan informatie en het uithollen van de traditionele autoriteit van overheid, geloof en deskundigen. Terecht groeit de roep om transparantie. Maar hoe pak je dat aan? Transparantie is niet iedereen met zoveel mogelijk feiten en cijfers overladen. Transparantie bereik je ook niet door iedereen om zijn mening te vragen. Transparantie vereist selectie in hoe en wat je voorlegt, en de verbanden die je legt naar de toekomst.
Nederland doet er verstandig aan om transparantie te brengen in zijn meest complexe en urgente dossier, dat majeure gevolgen heeft voor de lange termijn en waarvan de uitkomst allerminst duidelijk is, ondanks de eensgezindheid van politici, bedrijfsleven en maatschappelijke groeperingen, en ondanks een nationaal akkoord plus een internationaal verdrag. Ik doel natuurlijk op de transitie naar duurzame energie.
Uiteraard is nog veel onbekend. De Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie wijst er terecht op dat veel meer geld nodig is voor doorbraken op het gebied van duurzame energie. Toch worden ondertussen belangrijke beslissingen genomen. Er liggen significante beslissingen en voorstellen om kolencentrales te sluiten, te investeren in windenergie op zee, aardgas op termijn uit te bannen en elektrisch rijden te bevorderen. Daarnaast lijkt een CO2-heffing aanstaande. Geen van deze maatregelen is voorgelegd als onderdeel van een totaalpakket waarin de economische en ecologische consequenties volledig zijn afgewogen. Dus rijzen er meer vragen dan er antwoorden zijn. Hoe duurzaam zijn de verschillende vormen van niet-fossiele energie? Nature (6/12) suggereert dat zon het schoonst en goedkoopst is. Op welke basis is het omstreden bijstoken van biomassa duurzaam? Is, gezien de wereldwijde fossiele voorraden, het zinvol om te investeren in CO2-opslag? Hoe moet het verder met Nederland als internationale gasrotonde als we geen aardgas meer willen? Is het eenzijdig opleggen van strenge normen en/of belasting op CO2-uitstoot een goed idee (iemand moet toch beginnen) of een slecht (je benadeelt het nationale bedrijfsleven)? Hoe verhouden nationale oplossingen zich tot decentrale opwekking in woonwijken? Hoe wegen we langjarig subsidiëren van groene energie af tegen investeren in innovatie? Is het direct omzetten van CO2 in energie niet nuttiger?
Keuzes over de energietransitie onttrekken zich aan bijna alle Nederlanders, terwijl het hun leven en dat van hun kinderen meer zal beïnvloeden dan de status van Oekraïne. Let op, energie wordt een van de belangrijkste onderwerpen in de kabinetsformatie, doordat het niet gaat om consumptieve uitgaven maar om investeringen in de toekomstige economie. Dat vereist een zo volledig mogelijke, transparante afweging. Energie is een mijnenveld van halve waarheden en sterke opinies – en feitenvrij pluralisme ligt op de loer. We krijgen nu een potpourri voorgeschoteld: een plukje wind op zee, beetje zon, elektrisch rijden, nog wat gas en bezuinigen… Juist daarom moet er dringend een nationale energiedialoog komen.
Louise O. Fresco
NRC handelsblad, 27 december 2016