MENU

De uitvinding van het Hoger Onderwijs

Het is hoog tijd dat de alarmklok wordt geluid over ons hoger onderwijs. Frauderende hoogleraren, mismanagement bij hogescholen, studenten die er de kantjes vanaf lopen, de ene bestuurscrisis na de andere. Al het obligate gepraat over onze voorbeeldige kenniseconomie en de indrukwekkende Nederlandse positie op internationale ranglijsten kan de crisis niet verhullen. Zeker nu ook ons nationale Überego, Bas Heijne, constateert dat het mis is. Zaterdag beschreef hij hoe het vertrouwen verdwijnt door gebrek aan autoriteit, opportunisme, verstrengeling met commerciële belangen en louche lobbyclubjes. Als we niet oppassen, worden onderwijsinstellingen een broedplaats voor het gebruik van kennis als dekmantel, in elk geval in de ogen van de samenleving.

Het drama bij de Vrije Universiteit vormt het jongste incident dat illustreert dat het gaat over veel meer dan falend bestuur. Dat onder belabberde condities colleges gegeven worden, dat het vertrouwen aan alle kanten is verdwenen, vormen slechts de symptomen van een veel groter probleem. Universiteiten en hogescholen worden tegenwoordig van binnen en van buiten bedreigd. Intern, omdat geruisloos de denkfout heeft post gevat dat hoger onderwijs een bedrijf is met outputs en targets, waarvan de efficiency jaarlijks moet worden verhoogd. De benoeming van niet uit de wetenschap afkomstige managers past in die lijn, maar leidt bijna overal tot conflicten, kwaliteitsvermindering en een verschraling van het onderwijsaanbod. Universiteiten en hogescholen zijn in korte tijd steeds massaler geworden terwijl tegelijk de financiering per student is teruggelopen. Aan het aantal studenten per cursus of het omhoog jagen van het aantal afgestudeerden zit uiteraard een grens en die is in veel gevallen al bereikt. Verdere toepassing van efficiencynormen leidt alleen tot afnemende meeropbrengsten en een verdere Verelendung. En helaas is het een marxistische illusie om te denken dat groeiende ellende leidt tot een revolutionaire ommekeer waarmee universiteit en hogeschool uit hun as zullen herrijzen.

Extern worden onderwijsinstellingen niet alleen bedreigd door een afnemend vertrouwen (ik zou bijna schrijven maatschappelijk geloof) in kennis, wetenschap en techniek – want in dat opzicht oogsten ze decennia van gebrekkige of juist overdreven communicatie. Het hoger onderwijs wordt ook ingehaald door nieuwe vormen van kennisverwerving. In de eerste plaats door de opkomst van mass online open courses, die een succes blijken. Voor wie het gemist heeft, topuniversiteiten als Harvard, Yale en andere bieden een deel van hun curriculum online aan, met tienduizenden studenten per cursus. Ook al behaalt lang niet iedereen een diploma, de belangstelling is overweldigend.

Wat wordt op den duur de rol van een traditionele universiteit of hogeschool? Naar Oxford of Princeton gaat een student misschien nog vanwege de sfeer en de eerbiedwaardige traditie, of naar MIT, Delft en Wageningen vanwege de technische vaardigheden. Maar waar blijft dan de gemiddelde universiteit (en dat zijn de Nederlandse immers)? Hoe aantrekkelijk zijn Amsterdam (VU en UvA), Utrecht en zelfs Leiden als je de beste hoogleraren ter wereld gewoon thuis kunt volgen en bij hen examen kunt afleggen?

Maar er is meer. Het hele idee dat je je opleiding tussen, pakweg, je zeventiende en je vierentwintigste moet verwerven, gaat op de helling. Natuurlijk, levenslang leren als slogan bestaat al decennia, zo niet eeuwen, maar in de snel veranderende wereldsamenleving waarin nu al miljarden toegang hebben tot het internet, is dit de werkelijkheid. Een werkelijkheid die niet alleen wereldwijd betekenis heeft, maar juist weer geworteld is, en moet zijn, in lokale ontwikkelingen. Jongeren die geen zin in hebben in school moeten worden opgevangen en geholpen worden om de weg naar de arbeidsmarkt te vinden, om al of niet op latere leeftijd nog een hogere opleiding te volgen. En dat kan dus als onderwijs permanent en voor een fractie van de prijs of zelfs gratis beschikbaar is.

Terwijl er in Nederland gesteggeld wordt over het marginaal verhogen van het collegegeld of het verlagen van de beschikbare fondsen per student, verandert het verdienmodel van universiteiten en hogescholen (excusez le mot) in een razend tempo op manieren die niemand nog kan overzien. Er zit niets anders op: dit kabinet moet het hoger onderwijs opnieuw uitvinden. Internet is geen volledig substituut voor de docent en de overdracht van vaardigheden. Online cursussen moeten gecombineerd worden met vormen van kleinschalig onderwijs, werkgroepen en practica. Dat kan, omdat door het grootste deel van de hoorcolleges online te zetten of van elders te gebruiken, er tijd vrijkomt voor wat het belangrijkste is: het intensieve persoonlijke contact. Dat moet naast vaardigheden ook het overdragen van normen en waarden omvatten. Een ethiek die moet voorkomen dat afgestudeerden vervallen in het wanhopige opportunisme dat voortkomt uit bezuinigingen of uit het gemakzuchtig niet zo nauw nemen met de waarheid. Een nieuwe leest voor het onderwijs dwingt ook tot een discussie over de onvermijdelijke differentiatie tussen instellingen, juist ook in het Nederland met zijn mythe van gelijkheid.

Louise O. Fresco,
NRC handelsblad 10 april 2013