Braaf luisteren helpt niet tegen polarisatie
De graadmeter van het onbehagen van weldenkend Nederland (en dat bedoel ik niet cynisch) heeft een campagne tegen polarisatie gelanceerd. Door middel van zwart-witfiguurtjes moedigt SIRE ons aan tot redelijkheid. Ons, ja, want „de maatschappij dat ben jij”. Dus komt er een lijst van twaalf manieren om naar elkaar te luisteren, tot tien te tellen als je iets lelijks dreigt te zeggen, de ander als individu te zien, trachten van een woordenwisseling geen wedstrijd te maken; allemaal verstandige voorstellen. Bijna niemand kan het hiermee oneens zijn. Tenzij je wilt polariseren natuurlijk. En inderdaad is de campagne nu zelf onderwerp van een kleine controverse. Er zijn namelijk vijf eminente experts bij betrokken, echter allen wit en (oudere) man.
Maar laten we, geheel in de geest van de campagne, daar niet over vallen. Voor SIRE draait het om welwillendheid. De campagne veronderstelt dat goede omgangsvormen leiden tot minder polarisatie. Maar is de kern van polarisatie nu juist niet gebrek aan empathie voor het standpunt van de ander, het denken in tegenstellingen? De hakken in het zand zetten, oordelen zonder interesse voor andere gezichtspunten – los je dat op of verzacht je dat door tot tien te tellen? In de slogan ‘Verlies elkaar niet als polarisatie dichtbij komt’ zit bovendien de suggestie dat de waarheid in het midden ligt, dat er wel een compromis te bereiken is. Dat is een denkfout. Er kunnen heel goede redenen zijn voor diepe verdeeldheid in opinies, die niet mogen worden genegeerd.
Ik vrees dat polarisatie over veel meer gaat dan gedrag. De diepe drijfveer is angst. Door het feit dat de huidige wereld niet meer vanzelfsprekend is, voelen mensen zich bedreigd. De toekomst lijkt onzekerder dan ooit, het doemdenken viert hoogtij en ieder nieuw feit ‘bewijst’ dat we op de verkeerde weg zijn. Dat de westerse beschaving is gestoeld op een Verlichting die voor bijna iedereen resulteerde in meer welvaart en vrijheid, is geen referentie meer. In de onredelijkheid van de angst ligt de nadruk op het feit dat juist die verworvenheden, vrijheid en welvaart, dramatisch uit de hand zijn gelopen. De economische ongelijkheid neemt toe en de welvaart, gekoppeld aan het primaat van de markt, lijkt direct te leiden tot ecologische ondergang.
Tegelijkertijd hebben de klassieke vrijheid en tolerantie verzet opgeroepen: bij rechts vanwege de ondermijning van traditionele waarden, bij links vanwege trage, slappe compromissen. Verandering gaat voor de laatsten te langzaam, voor de eersten te snel. Relatieve armoede voedt bovendien het wantrouwen tegenover anderen die blijkbaar meer kansen kregen. Ongeremde expressie op sociale media doet de rest.
Polarisatie vraagt om vaccinatie tegen valse informatie, door het bevorderen van weerbaarheid en zelfstandig denken van burgers en het afdwingen van openheid vanuit overheid, wetenschap en bedrijven. Maar misschien is het belangrijkste het terugbrengen van een dosis realisme: menselijke fouten zijn onvermijdelijk zonder dat ze onmiddellijk het bewijs van een complot zijn.
Hoe complexer de samenleving, hoe minder het individu kan bevatten. Velen kunnen nauwelijks door de informatiesamenleving navigeren. Weinigen begrijpen hoe de lokale of mondiale economie werkt of waarvan vrede, welvaart en werkgelegenheid afhangen. Die lacunes in kennis worden ingevuld door waardeoordelen over instellingen of wetenschap, die per definitie fout of goed worden. Zo worden onkunde en waardeoordelen tot dogma’s en verscherpen de tegenstellingen. Polarisatie is geen natuurverschijnsel, maar iets dat gecreëerd wordt door de behoefte aan houvast. Helaas, onzekerheid over een wereld in verandering maak je niet hanteerbaar door braaf te luisteren.