Blijf niet bij één discipline, wetenschap
Kent u het grapje van vier wetenschappers die over een koe praten? Mijn favoriete variant is als volgt. Een landbouwkundig ingenieur, een arts, een historicus en een fysicus worden naar een melkveehouder gestuurd wiens koe weigert melk te geven (dit was nog in de tijd dat wetenschap direct toepasbaar moest zijn en boeren nog maar een paar koeien hadden). Ze bekijken de koe van alle kanten. De ingenieur zegt dat de koe meer moet eten en bouwt een bredere voerbak. De arts vindt koemelk een bron van besmetting en wil haar isoleren. De historicus begint aan een lang betoog over de koe als metgezel van de mens. De fysicus onderbreekt hem (dit was de tijd dat wetenschappers mannen waren) en zegt: stel dat de koe een perfect ronde bal in vacuüm was…
Moraal: beoefenaars van verschillende disciplines zien de werkelijkheid op totaal eigen wijze en kunnen niet met elkaar praten. Dat werd weer eens geïllustreerd de afgelopen weken in het rumoer rondom de financiering van bèta- en techniekstudies. De aanleiding was misschien geld, maar de verwijten van wederzijds onbegrip over de aard van de vakgebieden vlogen alle kanten op. Het was C.P. Snow’s The Two Cultures and the Scientific Revolution all over again (hij schreef dit in 1959, zie ook mijn column over het zestigjarig jubileum). De huidige malaise gaat verder dan het gebrek aan inzicht in de tweede hoofdwet van de thermodynamica bij de ene groep of de relatieve onbekendheid met de betekenis van Shakespeare bij de andere groep.
Ik ben minder bezorgd over een waterdicht onderscheid tussen de disciplines dan over de groeiende vooringenomenheid. Verstandige mensen blijken standpunten in te nemen zonder te luisteren, meningen te herhalen zonder toetsing of zelfkritiek, onmachtig om nieuwe vergezichten te omarmen. Sociale media verleiden tot continue bevestiging van het eigen gelijk. We zijn collectief het vermogen kwijtgeraakt om ons werkelijk in een ander gezichtspunt, laat staan een ander wereldbeeld te verdiepen. A priori is een ander vakgebied verdacht of irrelevant, terwijl we allemaal weten dat veel vernieuwing op grensvlakken ontstaat.
Niet de wetenschap, zelfs niet het debat, maar de literatuur biedt hier tegenwicht. Daarom, onder verwijzing naar de verbijsterende afschaffing van VPRO Boeken (gelukkig hoeft Wim Brands dit niet meer mee te maken), een pleidooi voor een boek dat het vasthouden en twijfelen aan wereldbeelden tot thema heeft. Geen boek doet meer voor het begrip tussen de disciplines dan Het hermetisch zwart van de Franse schrijfster Marguerite Yourcenar. Tegen de achtergrond van dreigende oorlogen en religieuze twisten in de zestiende eeuw schetst zij in groot detail de dilemma’s van de arts-wetenschapper-alchemist Zeno. Het boek behandelt de tegenstelling tussen macht en kennis, en de grenzen van beide, het determinisme van de afkomst, de moed om tegen alle autoriteit in het nieuwe te verkennen – zelfs tot de dood erop volgt. Zeno is een exacte wetenschapper en ingenieur in zijn experimenten, maar een mens- en geesteswetenschapper in zijn reflecties. Hij is de uitzonderlijke uomo universale die wij allen nastreven maar niet kunnen zijn, gevangen als we blijven in onze disciplines. Bij Zeno staat de vrijheid van denken en het zoeken naar kennis voorop.
Wij eenvoudige stervelingen klampen ons noodgedwongen vast aan een vastomlijnd wereldbeeld. Had Zeno nu geleefd, dan was hij in staat geweest de koe tegelijk als perfecte bal, productiedier en aaibare huisgenoot te zien.
Lees Yourcenar en wees voorgoed de ander, de exacte of de mens- en geesteswetenschapper die ook in u schuilt.
Louise O. Fresco
Column NRC Handelsblad, 15 juli 2019