Bevolkingsgroei als vijand van de planeet: minder, minder?

‘Minder, minder!’ Dat scandeerde de zaal toen Geert Wilders begin 2014 aan zijn aanhangers vroeg wat men wilde. Minder Marokkanen, want daar ging het over. Voor zover ik weet hebben Wilders noch zijn partijgenoten de uitspraak over minder Marokkanen herroepen. Vandaag de dag zou hij een hele litanie aan nationaliteiten moeten toevoegen, zoals Syriërs, Afghanen, Eritreërs, Iraniërs, Jemenieten en West-Afrikanen.

Zoals ik destijds schreef is niet de formulering ‘minder minder’ zo verpletterend, maar vooral het antwoord van Wilders: „Dan gaan we dat regelen!” Regelen gaat in tegen de democratische orde waarin men juist niet regelt, maar consulteert, overlegt, wetten maakt en uitvoert en verantwoordelijkheid aflegt. Wie regelt, opent de deur naar willekeur en omkoperij en stelt zijn belang en dat van zijn groep boven dat van anderen. Democratie is het tegendeel van regelen.

Terwijl het ondemocratische en ongrondwettelijke gehalte van het ‘regelen’ nog steeds nadreunt, heeft ‘minder, minder’ in de laatste jaren een nieuwe, omineuze dimensie gekregen. Dat heeft te maken met de groeiende nadruk op klimaat en biodiversiteit. In die woorden klinkt namelijk ook de taal door van degenen die vinden dat de wereld overbevolkt is en dat alleen de aanwezigheid van minder mensen de natuur en het klimaat zullen redden. Daarom zou het groeidenken uit de mainstream economie, leidend tot ontbossing, vervuiling en klimaatverandering, een vijand van de planeet zijn.

Bioloog Paul Ehrlich , de man van het boek The Population Bomb uit 1968, schreef vorig jaar met anderen een artikel waarin hij betoogde dat de wereldbevolking moet afnemen. De these: de mensheid moet zich toeleggen op volledige transformatie door het stabiliseren en uiteindelijk reduceren van de bevolkingsomvang, ten behoeve van het welzijn van mensen en andere soorten. De auteurs roepen de wereldbevolking op om ten hoogste één kind te krijgen.

In de jaren zestig was de zorg van Ehrlich dat de aarde zoveel mensen niet kon voeden. Zijn alarmistische voorspellingen zijn niet uitgekomen en overtuigend weerlegd. Alle statistieken wijzen nu op een absolute afname van het aantal mensen op termijn, zij het dat Afrika nog een eeuw of meer groeit, weliswaar met een afnemend groeipercentage.

Niettemin is het denken van Ehrlich aan een opmars bezig. Niet de wereldbevolking maar het klimaat en biodiversiteit moeten nu ‘gered’ worden. Roepen om minder mensen suggereert dat de vruchtbaarheid van vrouwen een noodzakelijke en voldoende voorwaarde is om klimaatverandering af te wenden. Gezien de geboortecijfers gaat die oproep dus over het beperken van het recht op voortplanting van Afrikaanse vrouwen.

En daarmee zijn we terug bij het gedachtegoed van ‘minder, minder’. Ogenschijnlijk richt dat standpunt van de PVV zich op migranten. Maar, afgezien van oorlogsgebieden, komt een groot deel van de migratie uit landen waar deze niet losstaat van gebrek aan kansen en uitzichtloosheid als gevolg van bevolkingsgroei en economische crises, en soms toenemende droogte.

Het beperken van bevolkingsgroei elders past geheel in de denkwereld van partijen die nu in Europa zozeer de wind in de zeilen hebben. Het ontnemen van het recht op kinderen van minderheden heeft een vreselijke geschiedenis. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan sterilisatie zonder instemming van inheemse vrouwen in Canada, of vrouwelijke gevangenen in de VS. In India is het bij sommige politieke partijen normaal om het land te willen ‘redden’ van de toename van de niet-hindoe bevolking. En niemand kan natuurlijk de nazistische eugenetica vergeten.

Achter dat ‘minder, minder’ zit dus uiterst gevaarlijk gedachtegoed. Alleen een kabinet dat dit afwijst is geloofwaardig.