Ambtenaar verdient herwaardering
Welke jonge afgestudeerde wil ambtenaar worden? Als er één beroepsgroep is die nooit op empathie, laat staan waardering, mag rekenen is het wel de ambtenaar. Vroeger was hij (zelden zij) een stoffige pennenlikker en papierschuiver, braaf met de aktetas op weg van huis naar werk en terug, tot het pensioen. Vandaag de dag, culminerend in de Toeslagenaffaire, lijkt de ambtenaar ook nog onkundig, partijdig, discriminerend en hardvochtig. Je hoort bijna de echo van het stalinisme. De ambtenaar verpersoonlijkt een onmenselijke overheid die zijn burgers als nummers ziet. In het tijdperk van digitalisering verschuilt de ambtenaar zich al te vaak achter anonieme helpdesks waar je na lang wachten wordt afgepoeierd of de verbinding zonder aanleiding wordt verbroken. Of misschien is hij/zij daadwerkelijk een (spraak)robot geworden.
Het ecosysteem van de ambtenaar is de bureaucratie. Achter deze pejoratieve term gaat au fond een neutrale omschrijving schuil: de macht van het bureau. Uitgevonden en verfijnd in vele grote rijken, van Mesopotamië, China, Frankrijk tot de Pruisen en de Engelsen. De bureaucratie is per definitie een hiërarchisch systeem waar de ambtenaar zorgt voor voorbereiding, uitvoering en controle van complexe beslissingen, van volkstellingen tot verkeersboetes, van groenzones tot douane. Naarmate de samenleving meer eisen stelt, wordt de bureaucratie meer belast, zeker als die eisen ingewikkeld zijn en haaks op elkaar staan. Wie wil ziet een Nederlandse bureaucratie in nood, paniekerig reagerend op oplaaiende verontwaardiging.
Een bureaucratie heeft maar een antwoord: ambtenaren verschuiven als pionnen. Immers, de ambtenaar is fundamenteel inwisselbaar. Zo is in de laatste decennia schrikbarend veel ambtelijke expertise verloren gegaan, op alle niveaus. Inhoudelijke specialisten op ministeries zijn overgeplaatst, met pensioen of vervangen door generalisten. De griezelige gedachte daarachter is dat besturen een kwestie van proces is, en het niet wezenlijk uitmaakt of je kippenboeren of verkeersborden controleert, of beleid maakt voor scholen of waterkeringen. Een goede ambtenaar pikt de belangrijke zaken er wel uit (en soms is dat ook zo). De Algemene Bestuursdienst, met goede bedoelingen ingesteld, heeft geleid tot een carrousel voor hogere ambtenaren waarbij iedereen een tijdje op ieder hobbelpaard mag springen. Hoe abstracter, hoe beter. Want als je van voldoende afstand een probleem bekijkt lijken alle problemen op elkaar. De top van veel ministeries en overheidsorganen is nu grotendeels inwisselbaar geworden. Dit is uitermate zorgwekkend. Het vertrouwen in een deskundige, faire overheid wordt ondermijnd. En de voorkeur voor generalisten gaat in tegen de groeiende behoefte aan expertise. Ondanks of dankzij alle kunstmatige intelligentie en databanken lijken onderwerpen niet altijd op elkaar en zijn kennis en nuance nodig om een probleem recht te doen. Verder hebben inwisselbare generalisten niet de veerkracht een crisis op hun werkterrein het hoofd te bieden.
De karikaturen liggen voor het oprapen, en treffen ook de vele toegewijde ambtenaren (ja, die zijn er echt). Een land krijgt de ambtenarij die het verdient. Maar dat de ambtenarij zo de kop-van-jut is geworden bewijst het onvermogen van politiek en burgers zichzelf de maat te nemen. De uitdaging is nu om een stelsel te ontwerpen dat meegaat met deze tijd. Het zou een mooi onderwerp voor de formatietafel zijn: de zorgzame, gemotiveerde en deskundige ambtenarij 2.0.
Alleen een radicale herwaardering van de ambtenaar maakt het mogelijk de beste jonge en diverse talenten aan te trekken. Juist wie rechtvaardigheid, klimaat, natuur, milieu of gezondheid hoog in het vaandel heeft, zou nu ambtenaar moeten worden.
Louise O. Fresco
NRC Handelsblad 22 februari 2021