Alleen al het plannen maken is hoopgevend
Wij zijn, uiteindelijk, een land van goede wil. In de laatste maanden van 2018 heeft Nederland zichzelf vier sets van goede voornemens cadeau gedaan. Na de kringlooplandbouw volgden voornemens over volksgezondheid, biodiversiteit en klimaat. Hoewel ze onafhankelijk tot stand kwamen, bieden ze in samenhang de contouren van een langzame ommezwaai naar een ander type samenleving: een op biologische in plaats van fossiele hulpbronnen gebaseerde, min of meer ‘circulaire’ economie, gericht op optimale en niet maximale productie en meer georiënteerd op Europa dan op de wereldmarkt. In zijn ultieme vorm is dit een breuk met de open, hoogproductieve economie die Nederland groot heeft gemaakt. Of en hoe dit haalbaar en wenselijk is, vormt de kern van het maatschappelijke debat van 2019.
‘Matiging’ en ‘preventie’ zijn sleutelwoorden in de plannen. Voorkomen dat we nog meer broeikasgassen uitstoten, voorkomen dat we ongezond worden door roken, drinken en slecht eten, voorkomen dat landbouw schade doet aan het milieu, en het in balans brengen van consumptie met de draagkracht van de aarde. Nederland moet ecologischer denken, op basis van inzicht in de ecosystemen waarvan wij deel uitmaken.
Er kan veel ingebracht worden tegen de plannen. Mopperaars en cynici vinden de voorstellen te eenvoudig (kringlooplandbouw), te complex (klimaat), niet vergaand genoeg (preventieakkoord), te idealistisch (biodiversiteit) en grotendeels onhaalbaar binnen de voorgenomen tijdslimieten. Je kunt ook zeggen dat het een hoopvol teken is dat Nederland in staat is tot zulke plannenmakerij. Het getuigt van optimisme, en een bereidheid de toekomst onder ogen te zien.
Geen enkele van de huidige plannen heeft waarschijnlijk kans van slagen in zijn huidige vorm. De kracht zit hem allereerst in het proces. Op dat proces valt aan te merken dat ondanks de grote belangstelling de gewone burger nauwelijks betrokken was, met als gevolg dat het geheel lijkt op een intellectueel spelletje voor de elite dat de burger slechts geld kost. Deze omissie kan echter snel verholpen worden door aselect gekozen burgers nauw te betrekken bij de uitwerking, nationaal en lokaal. Over biodiversiteit, gezondheid, klimaat en voedselproductie heeft bijna iedere burger een mening.
De vier sets voorstellen krijgen meerwaarde door ze niet apart maar in combinatie uit te voeren. Zoek de win-winpunten, waar bezuinigen in energie en materiaal, gezond eten en leven samengaan met een ‘circulaire’ economie en verstandig landgebruik. Zo is een heffing op CO2 essentieel voor bijna alle plannen en moet dus gewoon weer op tafel.
Verbazend is het gebrek aan verwijzingen naar technologie en innovatie. Immers: verandering = technologie + wet- en regelgeving (overheid) + gedrag (overheid, bedrijven, consumenten). Overal zijn dringend innovaties nodig. Betere methoden om energiezuinig te bouwen moeten hand in hand gaan met nieuwe technologie om CO2 af te vangen en zelfs om te zetten in stroom. Maar ook met aanzetten tot gedragsverandering bijvoorbeeld door slimme energiemeters. Gezond leven vraagt een andere mobiliteit, slimme wijken en sensoren. Gezonder voedsel vereist nieuwe levensmiddelentechnologie die ook energiezuiniger kan en moet zijn, en digitale persoonlijke begeleiding.
De weg naar de hel schijnt geplaveid te zijn met goede voornemens. De weg naar het vagevuur (of paradijs) van klimaatverdrag, preventieakkoord, kringlooplandbouw en biodiversiteit moet geplaveid zijn met het stimuleren van technologische innovaties en burgerlijke betrokkenheid.
Louise O. Fresco
Column NRC Handelsblad, 31 december 2018