NRC Handelsblad

Afval bestaat niet in natuurlijk ecosysteem

Column
Louise O. Fresco

Je bent wat je eet. Maar je bent ook wat je weggooit. En we gooien wat weg, met ons allen. Neem alleen al ons voedsel. Naar schatting 1,3 miljard ton van wat mensen jaarlijks produceren wordt niet gegeten en gaat dus verloren. Dat komt overeen met 8 procent van de uitstoot van broeikasgassen. Als ons voedselafval een land was, zou het ’s werelds derde uitstoter zijn.

Of neem het plastic dat we produceren en voor meer dan 90 procent weggooien, naar schatting 400 miljoen ton per jaar. De omvang van die verliezen en dat afval dringen nauwelijks tot ons door, ze zijn te groot, de effecten zijn te onzichtbaar. Achteloosheid en machteloosheid gaan hand in hand. Zelfs wie zorgvuldig haar afval scheidt, kan de ophoping van micro- en nanoplastics niet vermijden.

De komst van de mensheid, met zijn enorme behoefte aan voedsel en nieuwe materialen zoals aluminium, plastic, batterijen, computers en beton heeft op een fundamentele wijze de natuurlijke cycli van de planeet doorbroken. In een natuurlijk ecosysteem bestaat geen afval want uitgescheiden moleculen of dode organismen zijn opnieuw bruikbaar.

Denk aan een kikker die sterft in het tropische regenwoud, slachtoffer van een slang. Wat niet gegeten wordt, breekt af onder invloed van insecten, bacteriën en schimmels. De elementen die daarbij vrij komen worden onderdeel van de bodem waarop boomwortels zich voeden, andere spoelen via stroompjes en rivieren naar de zee waar ze voedsel vormen voor vissen en plankton. Hun overblijfselen dwarrelen naar de zeebodem van waar ze ooit weer naar boven zullen worden getild als substraat voor nieuwe bodems waarop wellicht nieuwe bossen groeien. Dit voortdurende gebruik en hergebruik van voedingsstoffen is een lokaal proces met wereldwijde vertakkingen. Op onze planeet is alles met elkaar verbonden in grote ecologische cycli op tijdschalen van uren tot miljoenen jaren waarin nooit iets verloren gaat en nooit iets bijkomt, behalve zonne-energie.

In de afgelopen eeuw hebben de toename van welvaart en bevolking gezorgd voor een ongeëvenaarde groei van vervuiling en afval. Onze materiële voetafdruk is gigantisch, de meeste nieuwe materialen blijken moeilijk afbreekbaar. In de laatste halve eeuw heeft het grootschalig uitwisselen van goederen en voedsel tussen continenten gezorgd voor een enorme verschuiving van voedingsstoffen van lokale naar mondiale schaal. De VS en Brazilië, grote producenten van veevoer, subsidiëren China en Europa met nutriënten. Op de polen en in oceaantroggen laten wij vanaf een grote afstand onze sporen achter. Het besef dat verspilling en afval waarschijnlijk nog vele millennia (en sommige chemische elementen veel langer) traceerbaar zullen zijn is bijna niet te bevatten. Al sinds de jaren 70 streven we ernaar kringlopen beter te sluiten, dus minder te verspillen, maar een cradle-to-cradle of circulaire economie is nog geen onderdeel van ons collectieve bewustzijn.

Er bestaat dus een discrepantie tussen onze waardering voor landschap en natuur en ons begrip van kringlopen. Natuur staat gelijk aan diversiteit met zichtbare, liefst aaibare soorten. Dat we praten over ‘nuttige’ soorten geeft aan hoe weinig we begrijpen dat alle soorten een rol hebben. Willen we af van afval en vervuiling, dan moeten we het verhaal van natuur en mensheid anders vertellen. Leer ieder kind hoe ecologische kringlopen werken, ook op grote tijd- en ruimteschalen. En ondertussen moeten we als de bliksem alle technische en sociale oplossingen voor hergebruik en voorkomen van plastic- en voedselafval overal toepassen.

Deze column is verschenen in NRC handelsblad op 4 november 2019

https://www.nrc.nl/nieuws/2019/11/04/afval-bestaat-niet-in-natuurlijk-ecosysteem-a3979006