NRC Handelsblad

Een leven lang nut en plezier van je studie

Column
Louise O. Fresco

Zo zit het leven ongeveer in elkaar. Als je nu rond de twintig bent en studeert, heb je een goede kans om gezond ver over de tachtig te worden, en als je vrouw bent mogelijk over de negentig. Tot nu bestond het leven meestal uit vier fasen. Simpel gezegd: jeugd en studie; relatie(s), gezin en carrières opbouwen; werk afbouwen, hobby’s en pensioen. Die indeling zal niet zo blijven. De eerste en de laatste fasen rekken zich ver uit. Mensen blijven langer jong en langer actief na de hoofdmoot van hun werk. Het is logisch dat het leren dan ook meegroeit. Ooit zal men met verbazing terugkijken op een schoolsysteem waarbij alles er wordt ingestampt in die paar jaar voor je twee- à drieëntwintig bent.

Niemand weet hoe de maatschappij zich in de komende zestig jaar zal ontwikkelen. Een blik terug naar de jaren vijftig van de vorige eeuw dwingt ons onder ogen te zien dat weinig hetzelfde zal blijven. Ja, mensen kregen toen kinderen en zullen die ook blijven krijgen, maar de manier en leeftijd waarop, en hoe ze zullen samenleven in nieuwe verbanden, heeft vandaag al niet veel meer met de grote gezinnen van toen te maken, en straks nog veel minder. Mobiliteit, steden, energie, communicatie, bijna alles werd anders en dat zal zo doorgaan. We konden het ons toen niet voorstellen, en ook nu niet.

Was het dan zinloos wat studenten destijds leerden? Wie in die jaren vijftig bijvoorbeeld in Wageningen opgeleid werd, kreeg nog geen enkel idee van moderne genetica, noch van wereldwijde databases van satellietgegevens van het aardoppervlak, of van de essentiële rol van bacteriën in het menselijk lichaam of van het effect van plastic in oceanen. Hij (want de meerderheid was man) kon zich geen voorstelling maken van de duizelingwekkende modernisering van de voedselketen of dat China ooit wereldleider zou zijn. Toch ging het niet mis met die studenten. Ze spijkerden in de loop van hun leven hun academische kennis min of meer bij omdat ze een goede basis hadden en bereid waren nieuwe inzichten in te passen.

Is het dan nu ook voldoende om wetenschappelijke kennis op te doen en daarnaast wat vaardigheden zoals schrijven en presenteren? Het is een noodzakelijke voorwaarde, maar onvoldoende in deze tijd waarin zin en onzin moeilijk van elkaar te scheiden zijn, waarin je niet zomaar op bronnen kunt rekenen, en fraude, manipulatie, eerzucht en winstbejag op de loer liggen. Waarin media wetenschappelijke deelresultaten uitvergroten en als oekaze presenteren, informatie een bot stuk gereedschap is om tegenstanders mee te slaan, polarisatie gretig wordt verwelkomd, data macht zijn en mensen eendimensionale oplossingen verlangen.

Zo zit het leven ongeveer in elkaar. Als je nu begint te studeren heb je er al meer dan 6.500 dagen van je leven op zitten. Kan je studie je voorbereiden op de pakweg 23.000 dagen die je voor je hebt, in een wereld die nog sneller verandert dan de afgelopen zestig jaar? Vakkennis en analytisch vermogen worden onderdeel van collectieve kunstmatige intelligentie. Straks gaat het om kennis verantwoord toepassen, met aandacht voor risico’s en onvermoede neveneffecten. Straks zijn er mensen nodig die bereid zijn omwille van de nuance tegen polarisatie te strijden, die oneerlijkheid en ongelijkheid aan de kaak durven stellen, die geschiedenis zien als een leerproces en niet als opeenstapeling van data en dogma’s. Een onzekere toekomst kun je alleen met kritisch en ethisch besef in de ogen kijken. Als je studie je dat meegeeft, heb je daar een leven lang nut en plezier van – voor 23.000 of 23 dagen.

Deze column is verschenen in NRC handelsblad op 26 augustus 2019

https://www.nrc.nl/nieuws/2019/08/26/een-leven-lang-nut-en-plezier-van-je-studie-a3971115