NRC Handelsblad

De digitale toekomst hoeft niet zwart te zijn

Column
Louise O. Fresco

Facebook is het topje van de ijsberg. Gegevens van gebruikers die worden doorverkocht en misbruikt voor reclame en politieke beïnvloeding? Peanuts. U wordt al lang gevolgd op straat, op het station en in winkels, en straks ook in uw huis, via ijskast of thermostaat. Smart dust (minicomputers, kleiner dan één vierkante millimeter) zullen water- of voedselkwaliteit monitoren. Geen Facebook voor nodig.

Lees het apocalyptische The Circle van Dave Eggers over het bedrijf dat de hele wereld, inclusief onze geheugens, in zijn greep zal houden. Binnenkort, zo waarschuwen de doemdenkers, zijn wij alleen datapakketjes.

Er gebeurt inderdaad veel waarvan we de gevolgen niet overzien. Dat is bij technische veranderingen meestal het geval. Vooruitgang is een proces, waarbij we leren de technologie en gedrag en wetgeving aan te passen. Met de kennis van nu was de eerste auto een moordwapen in handen van onervaren chauffeurs op wegen zonder stoplichten en trottoirs. In de loop der tijd kregen auto’s gordels, kreukelzones en airbags, én werden wegen veiliger en weggebruikers getraind.

De cruciale woorden zijn hier „in de loop der tijd”, want de aanpassing heeft krap anderhalve eeuw geduurd. Nooit was er een moment dat een regering of burgers weloverwogen besloten dat zij de auto wilden. Het bedrijfsleven werd pas geleidelijk aan banden gelegd en moet nog steeds gecontroleerd worden (denk aan dieselgate).

Het verschil met de grote internetbedrijven of mobiele telefonie is de snelle en wereldwijde invoering. Maar ook hier is er geen collectieve besluitvorming, geen beeld van de enorme gevolgen. Als de invoering van Facebook aan regelgeving onderhevig was geweest, inclusief de vereiste beoordeling van verwachte risico’s, net als bij geneesmiddelen, is de vraag of we het ooit hadden toegestaan.

Intussen zitten we nu met een duizelingwekkend groeiende ijsberg aan digitale technologie, sensoren en kunstmatige intelligentie. Een ‘klont’, zoals Maxim Februari het betitelt in zijn gelijknamige roman. Maar Klont of The Circle vormen geen centralistische samenzwering, van bedrijven noch overheden. Data worden geen wijsheid, de moraal wordt niet grootschalig uitbesteed aan machines. Net zo goed als dat niet gebeurde toen het schrift of de drukkunst de gedachten losmaakten van het individu en ‘uitbesteedden’ aan materiële bronnen. ‘Externe intelligentie’ is niet hetzelfde als bewustzijn of begrip. De een denkt dat individuen geen stap meer ongemerkt zetten, de ander ziet juist kansen in een gepersonaliseerde benadering van voeding, werk en levenslang leren.

Binnen enkele decennia zullen elke vierkante meter land, elke fabriek, auto en mens verbonden zijn. Zoals bij alle technologie kan dit ingezet worden ten goede en ten kwade. De zaak is om niet te vervallen in het bagatelliseren van de gevolgen, noch in fatalistisch schaduwdenken.

Net zoals het ons tijd heeft gekost om de auto te reguleren of DDT te verbieden (en nu te verzinnen hoe we de onvoorziene neveneffecten daarvan opvangen), moeten we ook bij het conglomeraat van kunstmatige intelligentie en digitalisering komen tot wereldwijde afspraken.

Wetgeving, handhaving en beroepsmogelijkheden zullen eerst achterblijven bij de snelheid van verandering, maar ze zijn niet onmogelijk. Meer dan dat hebben we een gedeelde visie op vooruitgang nodig. Anders vervallen we in een gevaarlijke digitale dystopie waarbij het ene verboden wordt en het andere lukraak getolereerd wordt. De vraag moet niet zijn hoe ver willen we gaan, maar hoe nieuwe technieken ten dienste komen van diversiteit en welzijn, en niet leiden tot uniformiteit en beperkte economische groei.

 

Deze column is verschenen in NRC handelsblad op 18 april 2018