NRC Handelsblad

De moestuin van Afrika – in theorie

Column
Louise O. Fresco

Er zijn weinig politieke beslissingen die moeilijker tot uitvoering te brengen zijn. Ik doel op de belofte van de nieuwe leider in Zuid-Afrika, Cyril Ramaphosa, om nu werkelijk de „revolutie” door te voeren en de landonteigening van grote boeren ter hand te nemen. Ook oppositieleider Malema heeft opgeroepen tot snelle onteigening, waar nodig door directe bezetting. Het is een niet mis te verstane echo van de maatregelen van president Mugabe in Zimbabwe.

Radicale woorden doen het altijd goed voor een nieuwe leider. Ogenschijnlijk is het ook een logische stap: de nog steeds voortdurende ongelijke verdeling van land tussen kleine en grote boeren vormt de meest in het oog springende voortzetting van de apartheid. Het Zuid-Afrikaanse parlement heeft jaren geleden al wetten aangenomen die onteigening in het publieke belang mogelijk maken. Vanaf het einde van de apartheid is dit een prioriteit van het ANC geweest, maar grotendeels zonder succes.

De gebeurtenissen in Zimbabwe zouden een waarschuwing moeten zijn. Mugabe was van mening dat er niet betaald hoefde te worden voor land dat was gestolen door de blanke koloniale bezetters. Hij vond ook dat kleine Afrikaanse boeren, mits ze gereedschap kregen, net zo veel konden produceren als de blanke boeren. Het grootste deel van het onteigende land ging vanaf de jaren tachtig echter naar politieke vrienden van Mugabe. De slachtoffers van de landhervorming waren zwarte Zimbabweaanse landarbeiders, die hun banen op de boerderijen verloren. Een enorme val in de agrarische productie was het gevolg.

De vergelijking met Zimbabwe gaat niet zomaar op, maar Ramaphosa’s aankondiging dat hij desnoods zal onteigenen zonder compensatie is een buiging naar de radicale vleugel van Malema. Ook al lukt de juridische onteigening, dan kan de strijd over de compensatie jaren duren, mede omdat de blanke boeren zullen trachten de waarde van hun land op te voeren. De rechtsonzekerheid maakt investeringen in land onaantrekkelijk. Banken die land als onderpand hebben, zien mogelijk de waarde daarvan dalen, omdat er veel land direct weer op de markt komt of er zo weinig met het land gedaan wordt. Het kadaster is zelden foutloos en bron van conflicten. Omdat de corruptie is doorgesijpeld tot het kleinste dorp, is landonteigening zonder rechtmatige verdeling een hachelijke zaak.

Concessies van witte boeren zijn onvermijdelijk om verdere escalatie te voorkomen. Volgens sommige schattingen zouden er sinds het einde van de apartheid al duizenden blanke boeren vermoord zijn in zogenaamde plaasmoorden. Velen leven in permanente angst. Deels zal de overdracht trouwens natuurlijk verlopen omdat deze boeren geen opvolgers hebben. Want wie, behalve een paar jonge wijnboeren, ziet nog toekomst op de boerderij?

Maar met de overdracht naar zwarte boeren wordt het platteland niet ineens gezond. Slechts 3 procent van het land is echt vruchtbaar, tweederde is bruikbaar voor vee. Wie worden de toekomstige zwarte boeren? Zuid-Afrika is een sterk verstedelijkt land met grote verschillen tussen stad en platteland. Arbeid in rurale gebieden is schaars, de voorzieningen zijn belabberd.

Bovendien, in 2015 maakte het land de ergste droogte mee in decennia. Klimaatverandering betekent dat investeringen in irrigatie en droogtetolerante gewassen en weides dringend zijn. Kleine boeren kunnen dat niet opbrengen, de meeste grote ook niet. Zonder geld heeft landhervorming geen enkele kans van slagen.

In theorie kan Zuid-Afrika, dankzij zijn productie van groenten, fruit en wijn, de moestuin van Afrika worden. Maar beloftes over radicale landhervorming zijn misleiding als er niet een financieel plan tegenover staat. „We kunnen van dit land het paradijs maken”, beloofde Ramaphosa. Laten we hopen dat hij zijn eigen woorden serieus neemt.

 

Deze column is verschenen in
NRC handelsblad op 21 februari 2018

Lees hier de volgende column van 7 maart 2018:
Bij nobele intentie geldt noblesse oblige