NRC Handelsblad

Toon respect voor de VS,
ondanks Trump

Column
Louise O. Fresco

De tijd van zware metaforen breekt aan. Uitspraken als „nu dooft het licht” en oproepen tot „verzet tegen het fascisme” onderstrepen de pijnlijke associaties met de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog. Ze voeden de onrust en riskeren op Europa terug te slaan. De daden van de huidige Amerikaanse regering mogen op geen enkele manier gebagatelliseerd worden. Echter, het over en weer ach en wee roepen en elkaar de loef afsteken met doemscenario’s helpt niet veel. Polarisatie mag dan lekker voelen, en het uitspreken van afschuw tilt de spreker op een hoger moreel plan, maar zwart-wit denken is onvoldoende om de situatie het hoofd te bieden. Laten we ook attent blijven op het altijd latente anti-Amerikanisme – dat „materialistische land zonder werkelijke beschaving”, nietwaar. Het gaat niet aan om in onze terechte ontzetting en ons oprechte wantrouwen tegenover het huidige populistische en discriminerende bewind de VS als geheel af te schrijven. Misschien kunnen we een voorzichtige poging wagen tot deëscaleren van onze angst en afschuw? Het min of meer op een lijn stellen van de VS, Rusland, Iran en China door iemand als Donald Tusk is volledig onjuist en ontneemt het zicht op wat typisch Amerikaans is: de enorme veerkracht van het land. In tegenstelling tot genoemde landen hebben de VS een vrije pers en een onafhankelijk juridisch bestel – en nu niet onmiddellijk er achteraan denken: „zolang als het duurt”.

Ik ben overtuigd van de weerbaarheid van de Amerikaanse samenleving. De VS hebben een lange open democratische traditie van countervailing power, van tegengeluiden en acties van kunstenaars, wetenschappers en burgerlijke organisaties. Die traditie gaat niet zomaar kapot en zij zal zich met hernieuwde kracht mobiliseren. Een renaissance voor de onderzoeksjournalistiek is in opkomst, net als een herijking van de elite. Er komt ongetwijfeld meer aandacht voor het platteland, de arme stedelijke wijken, de minderheidsgroepen. De goede oude dialectiek van beweging, tegenbeweging en synthese is niet dood. Aan die tegenbewegingen kunnen de Europese landen weinig direct bijdragen, behalve om waar nodig een forum te bieden aan tegenstemmen. Maar er is nog iets anders. Er zal op den duur weer nuance moeten komen in de manier waarop met de VS omgegaan wordt. Nuance in het debat is absoluut niet hetzelfde als vergoelijken. Nuance voorkomt wel verlammende somberheid en riskante metaforen. De rechter die in Seattle het – uiteraard ontoelaatbare – inreisverbod herroept, moet niet ondermijnd worden met de relativering dat het Supreme Court overwegend conservatieve rechters telt, dus dat het uiteindelijk niets uithaalt. Die rechterlijke uitspraak moet verwelkomd worden als een bewijs van de onafhankelijkheid van de rechtspraak en de staten die de zaak hebben aangespannen. De genoemde argumentatie: het inreisverbod past niet bij de Amerikaanse samenleving en bevordert discriminatie, moet bejubeld worden, niet bekritiseerd omdat dit geen gewicht zou hebben tegenover het Witte Huis.

Op fundamentele punten zijn de EU en de VS het nu oneens. Alleen al de Amerikaanse posities over Brexit, de NAVO en handels- en klimaatverdragen ondermijnen de internationale orde. Die standpunten komen niet uit de lucht vallen, maar weerspiegelen ook onze eigen ambivalentie en passiviteit. Onze Europese bijdrage moet liggen in het compromisloos verdedigen van mensenrechten en internationale afspraken. We moeten in gesprek blijven met de VS. We zijn het aan de Amerikaanse burgers én de Amerikaanse staat en bondgenoot, en aan onszelf, verplicht om de huidige regering uiterst kritisch maar niet respectloos te volgen – vanwege onze onlosmakelijk verweven cultuur en geschiedenis en vanwege onze gezamenlijke toekomst.

Deze column is verschenen in NRC handelsblad op 8 februari 2017