NRC Handelsblad

Goede voornemens voor wereldburgers

Louise O. Fresco

Heeft het in 2009 nog wel zin je dingen voor te nemen? Zijn goede voornemens niet irrelevant in het licht van de kredietof energiecrisis? Bovendien, er komt meestal weinig of niets van terecht, al was het alleen maar omdat we ze, lang voor het einde van het jaar, weer vergeten zijn. Maar toch is het ritueel van het terugkijken en vooruitblikken onweerstaanbaar, al was het maar om de tijd te markeren.

Opnieuw is er een jaar voorbij gezoefd, en hebben we in onze haast niet datgene gedaan wat we hadden willen doen. De meeste goede voornemens zijn weinig verheffend, en eerder banaal (vaker naar de sportschool, minder stroopwafels, de krant helemaal uitlezen, meer tijd voor kinderen of ouders). Maar achter die banaliteit zit iets anders, een gewenste verandering, een aanmaning voor het leven zelf. Zó wil ik zijn, zegt degene die zijn voornemens kenbaar maakt: gezond, serieus, goed geïnformeerd, betrokken bij de wereld. Goede voornemens vormen een concretisering van ons mensbeeld, een houvast in tijden van onzekerheid. Wat er ook gebeurt, hier streef ik naar, zegt het goede voornemen.

Bij deze, wat gedachten voor wereldburgers: 1. Klaag minder en bedenk hoe bevoorrecht je bent in vergelijking met anderen, elders en eerder. We leven nu in een wereld waarin iedereen en alles met elkaar te maken heeft, waarin betrokkenheid bij wie het armer heeft, een opdracht is. Wees genereus; verzin dit jaar een extra bestemming om geld aan te geven. 2. Weet dat je deel uitmaakt van een wereld die groter en diverser is dan je kunt overzien. Maan jezelf tot bescheidenheid, over je rol en je eigen wereldbeeld. Generaliseer niet over andere mensen of culturen. Maar verval ook niet in relativisme over normen en waarden, of in gemakzuchtig fatalisme in de trant van ‘als ik het maar leuk heb’. 3. Denk aan het algemeen belang, doe iets wat geen direct belang heeft voor jezelf, maar je de onmisbare vreugde schenkt van de goede daad. Het mag van alles zijn, oude vrouwtjes helpen met oversteken, moeders met kinderen laten voorgaan bij de lift, verdwaalde huisdieren naar het asiel brengen, wegwaaiende vuilnis van verwende toeristen in prullemanden deponeren – alles wat de ander en stad en platteland in bescherming neemt. 4. Probeer je duurzamer te gedragen, ook al weet je dat dit nauwelijks zoden aan de dijk zet. Maar als we niet bij onszelf beginnen, dan kunnen we ook niets verlangen van anderen. Dus vaker afval scheiden (kranten naar de papierbak!), meer apparaten uitschakelen, minder vaak de auto of het vliegtuig nemen. Duurzaamheid begint met het matigen van je consumptie, of het nu spijkerbroeken of racefietsen betreft. Vraag je bij iedere aankoop af of je echt wel iets nodig hebt, en zorg dat je weet wat je koopt en wat het milieubeslag van je aankoop is. Bij twijfel: niet kopen (dit is geen oproep tot het bevorderen van een economische recessie). 5. Spreek af om niet meer zo cynisch te doen over de parlementaire democratie. Het is, met alle beperkingen, immers het beste systeem dat er bestaat. Wie het niveau van het debat betreurt, moet zelf maar constructief meedoen, zonder te vervallen in de egocentrische en botte toon die op sommige internetsites voor dialoog doorgaat. 6. Volg politici en andere leiders kritisch: hebben ze voldoende moed en onderscheidingsvermogen om een betere wereld naderbij te brengen, of zijn ze alleen met Nederland, de korte termijn en hun eigen gewin bezig? 7. Maak je wat minder zorgen over hoe het met Nederland gaat. Verlang niet dat ieder risico tot nul moet worden teruggebracht voordat een verandering of vernieuwing acceptabel is. Het leven zelf is een en al schitterende kansberekening, en we hebben in Nederland voldoende poldercapaciteit om ons niet door angst voor het onbekende te laten verlammen. 8. Beperk het aantal vergaderingen, moties, rapporten en nota’s nu eens tot de helft. Wat niet in twee pagina’s of vijfhonderd woorden gezegd kan worden, is zelden rijp genoeg voor besluitvorming (tenzij het een definitieve overeenkomst is). Onderdruk de verleiding om nog een extra versie te maken. Zet de optie ‘allen antwoorden/reply to all’ in de e-mail af. Denk aan het milieu voor je iets print, zodat het papierloze kantoor ietsje dichterbij komt. 9. Verval niet in zelfmedelijden en boosheid over oppervlakkige ergernissen, zoals slechte obers (m/v), onbeschofte caissières (v/m), onwillige computermuizen of vertraagde treinen en onverstaanbare stationsomroepers. Het enige leefbare antwoord, zelfs op snijdende automobilisten en niet bezorgde kranten, is een glimlach. 10. Vergeet je idealen niet in een tijd waarin alom beweerd wordt dat ze achterhaald zijn en afgeschaft moeten worden. Idealen zijn een vorm van optimisme en dat is maar goed ook, want pessimisme is een luxe die we ons niet kunnen veroorloven. Het ideaal dat ons allen verenigt, is dat van een wereld zonder honger en oorlog, waar mens en natuur zoveel mogelijk in evenwicht zijn. 11. Geniet! Van al die mooie boeken en muziek- en kunstvoorstellingen die ons in Nederland en elders elk jaar in de schoot geworpen worden. Maak tijd voor je dierbaren en voor wie je minder dierbaar is, voor buren en vreemden. Luister zonder de ander onmiddellijk te onderbreken. Pluk de dag en zie de schoonheid van een afgevallen blad, een windmolen en een vers gebakken brood. Ja, ik beken het, dit is een streng en moralistisch lijstje – ik beloof dat ik volgend jaar mijn leven zal beteren.

Deze column is verschenen in NRC handelsblad op 6 januari 2009

Download pdf: Goede voornemens voor wereldburgers